Nazia: ‘Ik schaam me omdat ik kleptomanie heb’
Wat begon als een puberale grap met haar vriendengroep, werd een verslaving. Nazia heeft de stoornis kleptomanie en steelt op haar veertigste nog steeds kleding, make-up en andere spullen uit winkels. “Vroeger deed iedereen het, tegenwoordig weet niemand dat ik winkeldiefstal pleeg. Ik houd het zelfs voor mij man geheim”, deelt ze met BEDROCK.
“Op de middelbare school is het stelen begonnen. Met vriendinnen hingen we in de pauze vaak rond in het winkelcentrum en een van mijn beste vriendinnen daagde mij uit om net als zij een lipstick in mijn zak te steken. Zo gezegd zo gedaan. Iedereen deed het en ik voelde mij er niet schuldig over. Het begrip kleptomaan kende ik toen nog niet.
Winkeldiefstal door groepsdruk
Je zou kunnen zeggen dat de winkeldiefstal begon door groepsdruk. Vrienden zeiden dat de grote ketens waar we onze slag sloegen geld genoeg hadden en dat niet-verkochte kleding verbrand werd. Het stelen ging van kwaad tot erger. Van kleine make-upjes tot schoenen en zelfs een keer een camera. Ik ben nooit gepakt.
Schuldgevoelens
Op een gegeven moment was de lol er voor iedereen wel een beetje af. We gingen studeren, kregen een baan en iedereen ging voortaan netjes naar de kassa om te betalen. Behalve ik. Want de kick die het stelen mij gaf, was verslavend. Zelfs toen ik een vaste baan kreeg en lekker ging verdienen, bleef ik dingen in mijn tas of zak wegmoffelen. Gewoon, omdat het zo makkelijk ging.
Niemand weet dat ik kleptomanie heb
Steeds vaker begon ik mezelf af te vragen waarom ik het nog deed. Ik schaam me zelfs voor het feit dat ik steel. Ook weet ik dat de producten die ik steel, vaak in arme landen onder slechte omstandigheden worden gemaakt. En daar betaal ik dan niks voor. Mijn man weet al helemaal niet dat ik steel, hij zou me de deur wijzen denk ik. Toch ga ik door… en dat betekent dat ik kleptomaan ben. Het liefst zou ik nooit meer stelen, maar het gebeurt gewoon.
Puur voor de spanning
Ik steel ook niet meer omdat ik iets nodig heb, ik doe het voor de spanning. Als ik naar buiten loop zonder dat iemand merkt dat ik iets heb meegenomen, voel ik mij euforisch. Thuis is dat gevoel al snel verdwenen en weet ik niet wat ik met de spullen moet. Soms gooi ik het zelfs weg en ik voel me eigenlijk altijd schuldig. Ik twijfel al jaren of ik in therapie zal gaan, maar ik schaam me té erg om de stap te zetten.”
Lees ook: door psychische problemen stond het leven van Laura stil.
Elisa (28): ‘Mijn beste vriend wilde toch meer dan alleen vriendschap’