We zijn allemaal verslaafd aan liefde
We zoeken allemaal iemand met wie we samen oud kunnen worden. Een romantische gedachte, maar stiekem gaat het vooral om het tevredenstellen van ons eigen ego. Jan Geurtz, schrijver van het boek Verslaafd aan liefde, legt uit waarom we ultieme liefde niet gaan vinden in een ‘veilige’ relatie. “Vanuit spiritueel standpunt zijn we allemaal verslaafd aan liefde,” vertelt Jan Geurtz aan de telefoon. “We hebben allemaal een identiteit aangeleerd in onze jeugd. Die identiteit begint met de aanname dat je niet goed bent, zoals je bent. Dat je je best moet doen om goed genoeg te worden.”
Op zoek naar liefde en erkenning
“We hebben daarom allemaal de behoefte aan liefde en erkenning van anderen. Of het nou je partner is, je collega’s, vrienden of iemand in de supermarkt. We zijn altijd bezig om wederzijdsheid te creëren. Dat is een dwangmatig systeem, dus in dat opzicht kun je het verslavend noemen.”
We doen alles om relaties te behouden
Verslaving klinkt erg negatief, maar het systeem op zich is niet verkeerd. Het gaat erom dat we er met andere ogen naar leren kijken.
Geurtz: “De ellende die in een relatie ontstaat, komt doordat mensen niet doorhebben dat het een aangeleerd systeem is. Mensen gaan rare dingen doen als een relatie dreigt stuk te lopen, om hun partner maar niet te verliezen. Alles is erop gericht om de relatie in stand te houden. Het uit elkaar vallen van de relatie wordt beschouwt als een soort falen.”
We zijn bovendien bang om verlaten te worden. “Als kind zijn we allemaal bang geweest dat onze moeder niet kwam opdagen. Dat gevoel van machteloosheid zit heel diep in ons weggestopt en wordt getriggerd in een liefdesrelatie. Het kind in jezelf wil een veilige papa of mama. Het is niet te vermijden dat dat er een beetje insluipt in de zoektocht naar een relatie.”
Overstijgen
Dat afhankelijke deel kun je overstijgen door het spirituele pad op te gaan, legt Geurtz uit. “Je kunt leren het systeem te doorzien. En het wordt veel leuker als je dóór hebt dat het een spel is.”
“Het is altijd je ego dat verliefd wordt op iemand die past bij je aangeleerde identiteit. Als je gaat inzien dat je ook nog iets anders bent dan je ego; iets veel ruimers, iets allesomvattends, kun je genieten van het spel. Zonder de angst voor afwijzing.”
“Want achter dat diepgewortelde, angstige kindje zit wie je werkelijk bent. Je natuurlijke volmaaktheid. Ego streeft naar een eigenwaarde die afhangt van erkenning van anderen, het spirituele pad zoekt naar eigenwaarde die in jou aanwezig is.”
Veiligheid
Als je een relatie aangaat moet het over échte liefde gaan en niet over het toedekken van je angstbeeld. Het is belangrijk om jezelf niet volledig kwijt te raken in egovergroeiing (dat altijd ontstaat als je vaak samen bent), zegt Geurtz.
“Je wordt in eerste instantie verliefd op iemand met een eigen leven, een eigen baan, een eigen huis, eigen vrienden. Alleen ga je vanaf dag één die zelfstandigheid bij elkaar inperken. Mijn angst om jou te verliezen is zelfs geruststellend, en andersom.”
“We gaan ons steeds veiliger voelen bij elkaar: deze fantastische grote liefde gaat nooit meer bij me weg. We leggen het zelfs vast in een contract! Alles om ons veilig te voelen.”
“En een tijd lang is dat ook heel fijn, maar na tien jaar zal een van de beide partners ongemerkt de bruisende liefde gaan missen. Nou, en dan kom je een collega tegen of een buurvrouw… Ontstaat er een buitenechtelijke verliefdheid en dan heb je dus een gigantische crisis.”
“Alle pijn die je járen hebt toegedekt met veiligheid komt in een klap naar boven. Of de relatie wordt een soort gezapig samenzijn. Je bent zo vergroeid met elkaar dat het idee om uit elkaar te gaan heel beangstigend is. Je bent bij een veilige pappie of mammie, tot de dood jullie scheidt, terwijl… Tja, echt leuk is het niet meer.”
Samen jong blijven
De liefde blijft stromen als je het spel speelt, ervan geniet, elkaar vrij laat en de confrontatie aangaat met je angst. Vanuit spiritueel oogpunt is een liefdesrelatie niet meer iets dat belangrijker is dan jezelf.
“Zoals alles in het leven, relaties komen en gaan. Je houdt er bij voorbaat al rekening mee dat dingen kunnen veranderen. Want dingen mógen veranderen, ook als dat even ongemakkelijk is. De veiligheid die je zoekt bij een ander, zit namelijk in jezelf.”
“Ook als een relatie pijn gaat doen, als ik angst ga voelen; ik kan het aan, ik kan het hebben. Dat is pas écht veilig. En veel realistischer. Als mijn partner mij verlaat of bij me wegvalt (wat sowieso gaat gebeuren), gaat dat pijn doen maar ik kan het aan.”
“Je hele houding in een liefdesrelatie is vanuit dit oogpunt anders: ‘Wat fijn dat wij elkaar ontmoet hebben! Laten we zoveel mogelijk genieten en liefde bij elkaar ervaren’.”
Spirituele relatie
Zelf heeft Geurtz die ervaring ook: “Ik heb al tien jaar een spirituele relatie met een vrouw. We zijn door diepe dalen gegaan, erg bang geweest om elkaar te verliezen en er komt af en toe wel eens iets buitenechtelijks voorbij.”
“We willen dat kunnen, maar tegelijkertijd drukt het op je allerdiepste knoppen van verlatingsangst. Daar hebben we mee geoefend. En ja, als je daar doorheen komt samen… Er is alleen maar zóveel liefde bij gekomen! Zoveel respect en bewondering voor elkaars autonomie. Als je dan bij elkaar bent, ben je zó samen op een heel ander niveau.”
“Nog veel meer commitment en samenzijn dan in een gewone egorelatie. Mensen voelen in zo’n veilige relatie wel een soort verbondenheid, maar eigenlijk ben je helemaal niet zo verbonden. Dat blijkt als je partner iets doet wat jij niet leuk vindt bijvoorbeeld. Dan ben je woedend, heb je de pest aan die persoon: weg verbondenheid. Daardoor kun je na jaren van veiligheid opeens grote vijanden worden.”
“Mensen zeggen vaak: ik wil met jou samen oud worden. Maar waarom zou je niet samen jong willen blijven? En dat jong blijven zit ‘m dan vooral in open blijven staan voor verandering. Dan wordt een relatie véél leuker.”
“Zelfs als de liefde dan na vijf of tien jaar op is, als je je allebei in een verschillende richting ontwikkelt, kun je liefdevol uit elkaar gaan. Natuurlijk zal dat ook pijn doen, maar láng niet zoveel als bij dat idee dat je gefaald hebt.”