Waarom het stoïcisme nu nog steeds relevant is
Stoïcijns zijn wordt vaak geassocieerd met weinig emoties tonen of nauwelijks praten. Maar het stoïcisme is een levensfilosofie, dat honderden jaren voor Christus is ontstaan. En ook duizenden jaren later kunnen we nog wat leren het stoïcijnse gedachtegoed. Het stoïcisme is best een ingewikkelde levensfilosofie, die eigenlijk niet in een paar zinnen uit te leggen valt. Het is bedacht in het oude Athene door Zeno van Citium, 300 jaar voor Christus. De leer werd vooral gepraktiseerd door Epictetus, Seneca en Marcus Aurelius. Het credo luidt dat deugd, zoals wijsheid, gelijk staat aan geluk. Ook wordt er gesteld dat oordelen en idee moeten worden gebaseerd op gedrag, in plaats van op woorden.
De stoïcijnen geloven ook dat we externe omstandigheden niet kunnen controleren, we kunnen dit alleen bij onszelf en onze reacties. Deze manier van denken heeft wel wat van het Boeddhisme. Filosoof Frédéric Lenoir zegt in Filosofie Magazine: “Stoïcijnen en boeddhisten wijzen dezelfde weg naar innerlijke rust en diep geluk. Ze leren hoe we ons van verlangen kunnen bevrijden.”
De lessen van het stoïcisme
En ook nog in deze tijd, kunnen we verschillende dingen leren van het stoïcisme. Het vertelt ons hoe onvoorspelbaar de wereld om ons geen kan zijn. Hoe kort ons leven eigenlijk is, als we kijken naar het gehele bestaan. Ook leert het je hoe je stabiel, sterk en in controle van jezelf kan zijn. Daarnaast denken Stoïcijnen dat de bron van onze ontevredenheid in onze impulsieve afhankelijkheid van emoties en gevoelens ligt, in plaats van logica, volgens de Daily Stoic.
In tegenstelling tot andere godsdiensten zijn er bij het Stoïcisme geen lange geschriften of ingewikkelde theorieën over de wereld om ons heen. Wel helpt het ons omgaan met destructieve emoties. Een levensleer die laat zien dat je moet doen wat mogelijk is. Het is gebouwd op daden, niet op eindeloze discussies.
Dit vind je vast interessant: Hoe de prachtige Afrikaanse ubuntu-filosofie ons leert minder egoïstisch te zijn
Plato’s perspectief
Eén van de belangrijkste aspecten binnen het stoïcisme is perspectief. Zoals Marcus Aurelius zei: “Het is heel mooi hoe Plato dit plaatst. Als je met mensen wilt praten, kan je het beste een vogelperspectief innemen en alles tegelijk zien, als een geheel – denk aan bijeenkomsten, huwelijken en scheidingen, geboorte, dood en ga zo maar door. Al deze aspecten van het leven bij elkaar is een verzameling van tegenstellingen.”
Dit kun je ook zelf trainen, door te realiseren hoe klein wij zijn in het grotere plaatje. Door vanaf een afstand je emoties en gedachtes te bekijken, kan je dingen logischer gaan zien. Als je hier meer mee aan de slag wilt, kun je je gaan verdiepen in sympatheia. Dit is een wederzijdse afhankelijkheid binnen de gehele mensheid. Hierbij kun je je realiseren dat jij als mens plichten hebt naar anderen, omdat iedereen dus op een manier afhankelijk is van elkaar.
The good and the bad
Wanneer je je gaat verdiepen in perspectief, kan de realisatie komen dat alles een perceptie is. Want iedereens perspectief is anders.
Dit trainen de stoïcijnen door middel van een oefening genaamd ‘Draai het obstakel ondersteboven’. Door dit te doen ga je eigenlijk automatisch de kunst van het filosoferen bestuderen. Als je een probleem goed kan omdraaien, wordt al het slechte een nieuwe bron van goedheid.
Bij veel situaties kan je dit toepassen, bijvoorbeeld het moment dat je iemand helpt terwijl hij of zij geen hulp wilt. Je bent ervan overtuigd dat jouw hulp nodig is, maar degene wil dat simpelweg niet inzien. Het stoïcisme kan je dan helpen, door dit probleem om te draaien. Wat kan je hier zelf van leren? Geduld of begrip zijn eigenschappen die worden getraind tijdens dit soort situaties.
Ook al is het stoïcisme ontstaan in de tijd van de oude Grieken, door de vele wijze lessen kunnen we vandaag de dag er nog steeds veel van leren. Het heeft dus weinig te maken met stoïcijns zijn.