Waarom wij wraakzuchtig zijn
Mijn broer en ik hadden een huis gehuurd op een Waddeneiland en zouden daar op onze laatste dag onze bagage ophalen, vlak voor de een na laatste boot vertrok. Toen we aan het eind van de dag bij het huis aankwamen, deed de eigenaar open, meneer X. Hij had een gebroken ruitje ontdekt op zolder en wilde de tassen niet teruggeven voor we hem geld gaven. Wij waren niet eens op zolder gewéést. Niets mee te maken, vond meneer X. Hij gooide de deur dicht, lang genoeg om de boot naar het vasteland te missen. Uren later zaten we op de laatste boot, verkleumd en boos. Jaren later biechtte mijn broer op dat hij een jaar lang elke ochtend om vijf uur zijn wekker had gezet om meneer X wakker te bellen. Zijn wraak mocht dan zoet zijn, hij had toch vooral zelf geleden, vertelde hij. Elke ochtend om vijf uur je wekker zetten om een ander wakker te bellen.
Ultieme wraak
Wraak is een heerlijk onderwerp voor feesten en partijen. Iedereen kent wel een verhaal van de ultieme wraak. Gewezen minnaressen lijken daarbij uit te blinken in creativiteit. Zoals de vrouw wiens man een verzameling maatpakken had en daar op een dag ook een minnares bij nam, waarop zijn vrouw met een schaar heel secuur van iedere broek één broekspijp een centimeter inkortte. Of de klassieker uit de roman van Nick Hornby waarin een verlaten vrouw de LP-collectie van haar man aanbiedt. Van elk verzameld werk geeft zij gratis alleen de eerste LP weg, waardoor de collectie alleen op het oog nog compleet is.
Ook een opmerkelijke actie is die van de vrouw in Engeland die eind vorig jaar een billboard naast de snelweg liet plaatsen om haar man te vertellen dat ze hem en zijn minnares veel plezier wenste, maar dat zij haar koffers aan het pakken was op het moment dat hij daar reed. Waarom dromen verlaten vrouwen van wraak?
Onderzoek naar wraak is niet eenvoudig. Uit psychologisch onderzoek is bekend dat proefpersonen graag sociaal wenselijke antwoorden geven die de uitkomsten van het onderzoek kunnen verstoren. En wie geeft nu graag toe dat hij ’s nachts met zijn autosleutel krassen in de auto van de buren maakt? Misschien is het daarom dat psychologen zich vooral hebben gericht op de vraag wat wraak precies is. En wat het doel ervan kan zijn.
Dat doel is de ander laten zien dat je niet met jezelf laat sollen. En om die boodschap over te brengen is het belangrijk dat de ander ook weet dat de wraakactie met opzet is gedaan. Wraak zou je kunnen zien als een vorm van zelfverdediging. Je bent beledigd, gekwetst en je slaat van je af. Wraak is lekker. Althans, de gedachte aan wraak. Want het uitvoeren ervan blijkt vaak juist averechts te werken. De wraaknemer wordt er niet gelukkiger van, de gewraakte leert er weinig van en met een beetje pech escaleert het zodanig dat beide families elkaar decennia lang nog naar het leven staan.
De inmiddels overleden psycholoog Nico Frijda, bekend door zijn baanbrekend onderzoek naar emoties, zag wraakgevoel als een van de meest krachtige menselijke emoties. Alleen een heel sterke emotie kan een ouder ertoe bewegen om uit wraak op de andere ouder zijn eigen kinderen te vermoorden. Alleen wraak kon in de zaak van de Belgische parachutemoord een vrouw ertoe zetten om de parachute van haar rivale onklaar te maken. Dezelfde oerdrift die een Afrikaanse vader er onlangs toe bracht om de handen af te hakken van de verkrachter van zijn dochtertje. Hoe kan het dat mensen kiezen voor zulke gruweldaden? Rechtvaardigt de wraak het aangedane leed? En voel je je beter wanneer je de ander de grootst mogelijke pijn hebt aangedaan?
Het antwoord is ja. Wraak is zoet. Het idee dat je een verstoord machtsevenwicht hebt hersteld geeft een goed gevoel. Maar het antwoord is ook nee, want dat gevoel is van heel korte duur.
Verschillende onderzoeken
Rechtspsycholoog Hans Crombag deed de afgelopen tien jaar aan de Universiteit van Maastricht uitgebreid onderzoek naar wraak en ontdekte dat de meeste mensen helemaal geen wraak willen nemen wanneer ze worden gekwetst. Ook voor de verwerking van het hen aangedane leed maakt het niet uit of ze al dan niet tot wraak overgaan. Zo vroeg hij meer dan vijfhonderd proefpersonen of ze in het voorgaande jaar zodanig waren gekwetst dat wraak voor de hand had gelegen.
Vierenzestig procent gaf een positief antwoord. Aanleiding was vaak een valse beschuldiging of het schenden van vertrouwen. Van hen die ernstig gekwetst waren had 71 procent geen wraak genomen. Van de bijna dertig procent die wel wraak had genomen gaf driekwart aan zich daarna tevreden te voelen, of zelfs een gevoel van triomf te hebben. Wanneer Crombag en zijn medewerkers vroegen waarom ze wraak hadden genomen, zeiden ze dat ze niet met zich wilden laten sollen. De wraaknemers waren niet ernstiger gekwetst dan de niet-wraaknemers, zo bleek. Maar ze voelden zich na hun wraakactie wel goed. Maar opvallend was dat dit gevoel van triomf slechts van korte duur was. Nu ze terugblikten op hun wraakgevoelens uit het verleden, bleek er geen enkel verschil te zijn tussen de twee groepen in de verwerking van wat hen was aangedaan. De gevoelens van triomf van vlaak na het wraak nemen waren geheel verdwenen.
Als het uitvoeren van wraak uiteindelijk geen genoegdoening geeft, is fantaseren over wraak dan een betere keus? Nee, zeggen onderzoekers van de universiteit van Adelaide, Australië. Eind vorig jaar vroegen zij proefpersonen om terug te denken aan een gebeurtenis waarin ze pijnlijk gekrenkt waren. Met behulp van vragenlijsten werd onderzocht hoe machteloos de proefpersonen zichzelf vonden. De helft van de proefpersonen kreeg vervolgens de opdracht om hun wraakfantasieën op te schrijven. De controlegroep deed dat niet. Tot slot werd iedereen gevraagd hoe ze terug keken op wat hen was overkomen.
Het bleek dat het fantaseren over wraak het gevoel van onrecht alleen maar groter had gemaakt bij de mensen die zichzelf het meest machteloos voelden. Neigen tot wraak nemen wordt in de literatuur ook omschreven als het herstellen van het machtsevenwicht. Maar wie had geprobeerd dat machtsevenwicht te herstellen, voelde zich slechter dan zij die dat niet hadden gedaan.
Wraak op de werkvloer
De afgelopen jaren heeft het onderzoek naar wraak zich verplaatst naar de werkvloer en juist daar blijkt wraak veel voor te komen. Niet op de Kill Bill-manier, maar subtiel en ondermijnend. De Canadese psychologen Agnes Zdaniuk en Ramona Bobocel ontdekten in 2012 dat wraak nemen vooral wordt gekozen om het gevoel van eigenwaarde te herstellen. Dat gevoel van eigenwaarde gaat omlaag zodra een situatie als onrechtvaardig wordt ervaren.
De Canadese onderzoekers ontdekten dat wraak op de werkvloer in kleine stapjes gaat en sterk samenhangt met het gevoel van eigenwaarde van de werknemers. Iemand die zich achtergesteld, miskend of gekleineerd voelt, voelt zich niet langer verantwoordelijk voor zijn werkgever. Stap twee op de wraakladder is actief ondermijnend gedrag vertonen. Tijd verprutsen, diensten niet leveren of spullen stelen. Maar wraak is ook te herkennen in het achterhouden van informatie, collega’s vals te beschuldigen, werk te saboteren of door cyberloafing – onder werktijd te Facebooken bijvoorbeeld.
Het onderzoek van Zdaniuk en Bobocel is belangrijk omdat zij met hun onderzoek hebben aangetoond dat als je wraak niet ziet als groot en vernietigend, maar als verstorend gedrag op de werkvloer, het veel vaker voorkomt dan tot voor kort werd gedacht. Het onderzoek wordt ondersteund door Zwitserse psychologen die werknemers in verschillende bedrijven elke ochtend en namiddag een test afnamen om hun gevoel van eigenwaarde te meten. Vervolgens kregen ze de opdracht om onder grote tijdsdruk onmogelijke taken uit te voeren. Hoe meer van die taken ze kregen, hoe lager hun gevoel van eigenwaarde was aan het eind van de dag, hoe wraakzuchtiger ze werden en meer ze geneigd waren om het werk te saboteren.
Verlangen naar wraak is iets anders dan wraak nemen. Er is niets primitiefs of onvolwassens aan. Frijda noemt het verlangen naar wraak zelfs gezond. Dat geldt niet voor het nemen van wraak. Wie in staat is te vergeven kan sneller het aangedane leed vergeten dan wie voor wraak kiest. Wie niet vergeeft, maar zich ook niet wreekt, zo blijkt uit onderzoek, raakt gevoelens van frustratie en woede niet snel kwijt. Ze kunnen in de loop der jaren zelfs sterker worden omdat het aangedane leed voortdurend wordt herkauwd.
Volgens de Amerikaanse evolutiepsycholoog Michael McCullough zijn zowel wraak als vergeving instinctief menselijk gedrag. Iedereen heeft de drang tot wraak nemen in zich en iedereen heeft de neiging om te vergeven in zich. In psychologisch onderzoek wordt de laatste jaren steeds duidelijker hoe belangrijk dat gevoel van verbinding is, veilige hechting. Volgens McCullough kun je wraakgevoelens zien als een protest tegen het verlies aan verbondenheid. Misschien daarom dat het juist gewezen partners zijn die zo uitblinken in het bedenken en uitwerken van wraakscenario’s. Het plotseling vertrek van hun geliefde voelt als het wegvallen van een essentiële verbinding. Wraak nemen is dan niet anders dan een schreeuw om hulp. Wraak neem je wel op je ex-geliefde, maar niet op je kinderen, omdat die laatste band vaak wat rekbaarder is.
Wie begrijpt waar die wraakgevoelens vandaan komen, vindt hopelijk ook de kracht om te vergeven. Niet alleen is het gezonder, op de lange duur is het ook de beste manier om het aangedane leed te vergeten. Of zoals R.E.M zong: living well is the best revenge.
Meer lezen?
Waarom woede nutteloos is (en ruimhartigheid de toekomst heeft).
Niets meer missen van Bedrock?
Like hier onze Facebook-pagina en blijf up to date. Of schrijf je in voor de Bedrock-nieuwsbrief.