Maaike Kooijman
Maaike Kooijman Psyche 2 mrt 2018
Leestijd: 3 minuten

Opruimwoede? Dit is waarom het zo goed voelt

Zelfs als je de grootste sloddervos ter wereld bent en je letterlijk niet meer naar je bed kunt lopen zonder over de kleding te struikelen, heb je er ongetwijfeld weleens last van: opruimwoede. Ineens kun je het niet meer aan, al die chaos. Je begint met ‘even wat troep opruimen’ en zes uur later ben je ineens bezig met het schoonmaken van de koelkast. Waarom voelt opruimen zo goed, zelfs als je er eigenlijk een hekel aan hebt? Alice Boyes, schrijver van The Anxiety Toolkit en The Healthy Mind Toolkit, geeft zes wetenschappelijke redenen.
Je bent trots op jezelf
Yes, je bent eindelijk iets aan het doen wat je al maanden geleden had moeten doen! Wat ben je ineens efficiënt en competent! Als je opruimt, moet je ineens heel veel keuzes maken over wat je wel en niet weggooit en waar je dingen neerlegt. Normaal hebben we vrij veel problemen met keuzes maken, dus het feit dat dit ons lukt, geeft ons meer zelfvertrouwen. Zie je, we kunnen het echt wel. We doen het alleen nooit.
Fysieke activiteiten maken ons gelukkig
Niet alleen het proces van beslissingen maken zorgt ervoor dat we blijer worden, het is ook de activiteit van het opruimen zelf. Dingen als stofzuigen en dweilen zijn bijvoorbeeld best een lichte inspanning te noemen, en als we bewegen, komt het gelukshormoon endorfine vrij in onze hersenen.
Je krijgt er meer energie van
Als je eenmaal zo goed bezig bent, is de kans groot dat je in een productieve vibe komt en niet meer wilt stoppen – anders zou het geen opruimwoede zijn. Ook dat heeft een reden: je brein raakt verslaafd aan dat proces van besluiten maken en problemen oplossen. Het beloningsgedeelte van je hersenen wordt geactiveerd omdat je trots bent op jezelf, en daar krijg je energie van om méér van dat soort dingen te gaan doen.
Dit vind je vast ook leuk: Rommelkont? Zo houd je je huis toch opgeruimd.
 
Je voelt je minder gestrest
Voor deze reden geeft Boyes een evolutionaire verklaring. Ze gaat ervan uit dat orde en symmetrie bij onze voorouders een voordeel hebben opgeleverd. Vergelijk de oervrouw met propvolle tipi maar met de oervrouw die precies weet waar al haar bezittingen zijn en dus nooit iets kwijtraakt. In bijna elke situatie waarin gevaar een rol speelt, zal de ordelijke oervrouw een grotere kans hebben om te overleven. In die zin is het dus mogelijk dat wij, ook zonder het gevaar, nog steeds een beetje gestrest of angstig voelen in de troep. Dat gaat dus (tijdelijk) weg als we opruimen.
Het is een goede vorm van afleiding
Valt het je ook op dat je opruimwoede meestal opkomt als je eigenlijk bezig bent met het lezen van een heel moeilijk stuk voor je werk of studie? Als je je net hebt moeten concentreren, is het fijn om even je gedachten de vrije loop te laten. Niet alleen om mentaal ‘uit te rusten’, maar juist ook om alles te verwerken en meer inzicht te krijgen in de informatie.
Je vindt dingen die je kwijt was
Ken je het woord ‘serendipiteit’? Serendipiteit is het vinden van iets onverwachts en bruikbaars, terwijl je op zoek bent naar iets totaal anders. Zulke leuke onverwachte vondsten (je favoriete oorbellen van de middelbare school, een horloge dat je kwijt was, een paar euro…) kunnen een gevoel van overvloed creëren dat je blij kan maken – want nou ja, we houden nu eenmaal van spullen.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Rock jouw inbox! 🤍

Elke zondagochtend met liefde gemaakt zodat jij heerlijk wakker wordt🧘‍♀️