Waarom zou je eigenlijk biologisch eten?
In een wereld waarin we met veel problemen kampen (klimaatverandering, plastic soep, consumptiemaatschappij om er maar een paar te noemen), lees, zie Ă©n hoor je informatie van alle kanten. Een veelgehoorde oplossing? Minderen met je vlees- en zuivelinname, en als je dat dan tĂłch doet, ga dan voor een biologische variant. Sowieso maakt biologische voeding een opmars en wordt het aanbod in de schappen van de supermarkt steeds groter.Â
In de afgelopen jaren wordt het steeds duidelijker: er is hĂ©Ă©l wat mis is met de voedselindustrie. Van de vleesindustrie tot fast food en van de visserijen tot de zuivelindustrie, bijna in elke industrie zit wel stront aan de knikker. Zowel op het gebied van milieu, dieren Ă©n gezondheid. De moed zakt er van je in schoenenâŠ
Als oplossing wordt vaak gepleit voor biologisch eten. Dat zou Ă©Ă©n van de uitkomsten kunnen zijn. Maar welke impact heeft biologische voeding op de het milieu, je gezondheid en het dierenwelzijn eigenlijk?
Biologische voeding
Je mag dan steeds vaker biologische producten in de schappen zien liggen, zelfs bij goedkopere supermarkten als Lidl, in totaal is het marktaandeel voor biologische producten nog slechts 3,21 procent. Dat valt dus nog hartstikke mee.
Biologische voeding wordt op Gezondheidsnet gedefineerd als âproducten uit de biologische landbouw, zoals groenten, fruit en granen, die zonder kunstmatige bestrijdingsmiddelen geteeld wordenâ. Hierbij wordt zo min mogelijk antibiotica gebruikt voor het vee.
Daarnaast is het zo dat dieren in de biologische veeteelt meer leefruimte hebben en vaker naar buiten mogen dan reguliere veeteelt. Sounds good, so far.Â
Maar maakt het het ook beter voor het milieu?
Biologische voeding wordt dus gemaakt zonder toxische bestrijdingsmiddelen, dat is dus een stuk beter voor het milieu zou je denken. Toch is het antwoord op die vraag âja en neeâ, schreef Babette Porcelijn â bekend van haar boek De Verbogen Impact â eerder op BEDROCK.
Biologische teelt is inderdaad beter voor milieu en natuur, maar het wél kost meer landbouwgrond. Zeker bij vlees (vanwege veevoer dat veel landbouwgrond inneemt, zoals de sojaplantages voor veevoer in de Amazone). Als we meer biologisch gaan telen, gaat dat ten koste van bossen aan de andere kant van de wereld, die we ook hard nodig hebben, meent Porcelijn. Een lastige kwestie dus.
Lees ook:Â Donât panic, itâs organic! Biologisch is toch ook altijd duurzaam?
Good to know: veel mensen denken dat keurmerken voor biologische producten iets zeggen over de CO2-uitstoot, maar dat is niet waar.
WĂ©l is het zo dat de veehouderij verantwoordelijk is voor de grootste vervuiling ter wereld (ongeveer 15 procent van de totale wereldwijde uitstoot), je kan dus beter voor groenten op je bord kiezen dan dieren.
Duurzame boeren kiezen dan ook liever voor groenten, met grondstoffen uit de buurt en leveren het liefst dichtbij. Dierenwelzijn staat hoger in het vaandel, net als hun ecologische voetafdruk.
Dit kan je doen
Wat je wél kan doen is lokale producten kopen die seizoensgebonden zijn, zo hoeven ze in elk geval niet van ver te komen. Lokaal kan volgens Porcelijn best uit West-Europa komen.
Daarnaast: probeer voedselverspilling altijd te voorkomen, we verliezen al zoân 1/3 van de akker tot het bord. Al die impact is dan voor niks geweest. Dat is pas zonde!
En beter voor het dieren welzijn?
ZĂ©ker. Waar dieren in reguliere landbouw vaak in slechte omstandigheden leven, met weinig ruimte en vooral functioneren als onze voedselmachines, hebben dieren op een biologische boerderijen in principe een beter leven.
Ze krijgen minder geneesmiddelen toegediend, alleen als ze Ă©cht ziek zijn: antibiotica mag dus niet preventief gebruikt worden (bij de andere veeteelt dus wel!), dieren worden op latere leeftijd geslacht, eten biologisch voer en spenderen meer tijd buiten.
Op het Voedingscentrum lezen we een aantal voorbeelden:
Koeien
âKoeien hebben meer ruimte (8 mÂČ), zachte ligmogelijkheden en ze kunnen minimaal 210 dagen de wei in. Dat laatste is goed voor hun natuurlijk gedrag en de poten en de klauwen van het dierâ, schrijft het Voedingscentrum.
Kippen
âBiologische kippen hebben de meeste ruimte van alle vleeskippen die gehouden worden. Ze zitten maximaal met 10 kippen op een vierkante meterâ, schrijft ook het Voedingscentrum. Met 10 kippen op 1 vierkante meter, klinkt ons overigens nog steeds niet heel ruim in de orenâŠ
Ook staat op dezelfde pagina van het Voedingscentrum dat biologische leghennen, kippen zijn, die daglicht zien, dit mag tot maximaal 16 uur per dag aangevuld worden met kunstlicht. Beter dan de gewone kip natuurlijk, maar we krijgen er nog steeds geen biologisch idee bij, wat de etiketten nou juist zo goed verkopen.
Varkens
Ook lezen we: vleesvarkens en zeugen (vrouwelijk varkens) hebben meer ruimte dan bij andere soorten houderijen: 1,3 mÂČ voor vleesvarkens en 2,5 mÂČ voor zeugen. Als dĂt biologisch is, kun je na gaan wat voor leven nĂĂ©t biologische dieren leidenâŠ
Puntje bij paaltje hebben dieren met een biologisch label dus zéker meer ruimte. Je kan helaas alleen niet per product zien hoeveel dat precies is, 1,3 m2 voor een varken, lijkt me niet zo ruim. De beste optie? Wil je vlees of eieren, ga dan zélf naar een lokale biologische boer waarvan je weet dat de dieren écht voldoende ruimte krijgen. Of misschien wel: eet geen vlees, als je geeft om dierenwelzijn.
En voor de gezondheid dan?
Biologisch eten bevat dus minder tot geen chemische bestrijdingsmiddelen. Bij niet-biologische voeding blijft dat achter op Ă©n in de producten die wij eten. Allemaal zodat de groenten en fruit bijvoorbeeld langer goed blijven en mooi blijven glanzen en wij ze liever kopen. Is het onnatuurlijk? Dat wel.
En zonde is het ook, want groente en fruit bevatten van nature ontzettend veel goede voedingsstoffen zoals vezels, mineralen en vitamine. En die eten we nu helemaal ondergespoten, lekker tegenstrijdig. ZĂłnder al die bestrijdingsmiddelen, zouden deze voedingsmiddels dus een stuk gezonder zijn, schreven we al eerder.
Volgens een groot wetenschappelijk onderzoek dat 300 studies naast elkaar legde, bevatten biologische producten vooral meer antioxidanten en minder bestrijdingsmiddelen en cadmium (een zwaar metaal).
Wat betreft vlees en zuivel bevat de biologische variant over het algemeen meer gezonde vetten en omega-3-vetzuren. Al met al scoort biologisch beter dan niet-biologisch, maar extreem groot is het verschil niet. Maar er moet nog veel wetenschappelijk onderzoek naar gedaan worden.
Hoewel biologisch dus ook niet altijd beter voor het milieu is, is het in elk geval wél beter voor het welzijn van de dieren (al kan je je afvragen of geen dierlijke producten eten, niet gewoon de beste optie is) en ook is het beter voor je gezondheid.
Gaat het om het milieu, dan is geen vlees- of zuivel eten (nope ook geen bio variant dus) de beste optie. Food for thought in de super!
Â