Wat zijn de vooroordelen over ‘te dik’ zijn? (en de mentale gevolgen ervan)
Slanke modellen sieren de covers van magazines en spelen de hoofdrol in modecampagnes. Toch zie je steeds vaker vollere modellen hun plekje bemachtigen in de voornamelijk ‘maatje 34/36′-modewereld. Maar het ideaalbeeld blijft op z’n zachtst gezegd petite.
Hoe is het om voller te zijn, en hierop aangesproken te worden? En zijn sommige mensen niet gewoon écht te dik, met de gezondheidsrisico’s van dien? Het is een lastig onderwerp. Op social media zie je vaak hele relazen over ‘te dunne modellen’, dat het een ‘ongezond beeld voor de jeugd propageert.’ Maar zijn de big & beautiful dames en heren ook niet een slecht en ongezond voorbeeld?
Vooroordelen over ‘te dik’ zijn
Imke Gooskens, psycholoog bij de Nederlandse Obesitas Kliniek, vindt dat er enige nuance vereist is. “Ik weet niet of het in de maatschappij meer geaccepteerd is om iemand te dun te noemen, dan te dik.
Mijn ervaring is dat mijn patiënten juist hun leven lang vaak gehoord hebben dat ze te dik zijn en daar wat aan zouden moeten doen. Ik denk dat het een algemeen iets is om maar alles over andermans gewicht te kunnen zeggen, dik of dun.”
Te dik of te dun
Het is interessant om te kijken naar de verschillende vooroordelen die verbonden zijn aan de woorden ‘dik’ en ‘dun.’ Gooskens legt uit dat bepaalde eigenschappen worden gekoppeld aan mensen die te ‘dik’ of te ‘dun’ zijn.
“Zo zou een dik persoon vaak lui, laks, gemakzuchtig, dom, ongezond en onverzorgd zijn. Het woord ‘dun’ is minder negatief van aard; hier hangen eerder positieve eigenschappen aan vast. Beide woorden kennen daarom een bepaald waardeoordeel wat maakt dat het lastig is om iemand dat woord toe te kennen. Vooral voor het negatief geduide woord ‘dik’ geldt dit, waardoor er vaak omslachtige manieren worden gezocht om dit te benoemen, zoals ‘zwaar’ of ‘fors.’ Ik merk dat mijn patiënten zelf ook vaak een hekel hebben aan het woord dik, en zich liever zo niet noemen.”
Gooskens benadrukt dat er een groot verschil is tussen een curvy persoon met een BMI rond de 30 en een persoon met een BMI van boven de 40.
“De gezondheidsrisico’s zijn bij de laatste groep zo vergroot en de beperkingen die een dergelijke mate van overgewicht veroorzaakt zijn vaak zo enorm dat het niet meer alleen draait om het esthetisch aspect, dus of je het er mooi uit vindt zien. Overigens kan een persoon met een BMI van in de 30 gezonder en zelfs fitter zijn dan iemand met een BMI van bijvoorbeeld 22. Het vooroordeel dat elke vorm van overgewicht (bijvoorbeeld een BMI van 27) per definitie ongezond is, schuilt hier achter.”
Altijd opletten
Als je van jongs af aan ‘te dik’ bent genoemd, of ouders had die zelf met overgewicht kampten, is de kans groot dat jij hier in je latere leven last van blijft houden. Gooskens verklaart: “Wat ik veel zie zijn mensen die zich altijd te dik hebben gevoeld, ongeacht of ze dat echt waren. Dit komt soms doordat ze bij een schooldokter of kinderarts net iets boven de normaalcurve bleken te komen. En soms komt het doordat er door ouders, of andere kinderen, grote focus op het gewicht wordt gelegd.”
Vaak herhalen patronen zich. “Ouders die zelf kampen met hun gewicht willen voorkomen dat hun kinderen dit mee gaan maken en benoemen en benadrukken al van jongs af aan dat het kind in kwestie ‘op moet letten’ of ‘niet te dik moet worden.’
Het kind groeit dan op met de overtuiging dat het te zwaar is of grote kans hierop loopt. De overtuiging dat ze te zwaar zijn leidt vaak tot (extreem) lijnen, wat over het algemeen niet vol te houden is, waardoor een gevoel van falen optreedt en het zelfvertrouwen verder afneemt.”
Neerwaartse spiraal
Als je van jongs af aan al dagelijks met je gewicht bezig bent, vaak op dieet bent geweest én vaak weer met een dieet bent gestopt, kun je een flinke knauw krijgen. “Als het zoveelste dieet dan niet lukt, kunnen zogenaamde ‘laat ook maar’ of ‘what the hell’ gedachten leiden tot het loslaten van gezonde keuzes,” aldus Gooskens.
“Dan denken ze ‘het gaat me toch nooit lukken en of ik nou 1 of 5 koekjes neem, het maakt toch niet uit.’ Totdat een confrontatie met het gewicht opnieuw leidt tot een lijnpoging, die wederom uitdraait op een mislukking. Zo ontstaat een eindeloos patroon van lijnen versus loslaten, met een steeds lagere zelfwaardering en een zwaarder gewicht tot gevolg.”
Het vervelende hieraan is dat veel buitenstaanders denken dat obese mensen snel opgeven en gewoon niet hun best doen. “Hoewel van obese mensen vaak wordt gedacht dat ze laks of lui zijn is het tegenovergestelde vaak waar. Ze leggen de lat vaak te hoog. Een lijnpoging moet perfect worden gedaan. Dan denken ze bij één fout dat ze net zo goed kunnen stoppen en volgende week weer opnieuw beginnen. Het is lastig om een grijs gebied te zoeken en vast te houden.”
Motiveren versus inspireren
Je ziet steeds vaker vollere mannen en vrouwen die trots zijn op hun curves en dit ook laten horen via blogs, clubs en evenementen. Maar is het op deze manier toejuichen van overgewicht niet net zo gevaarlijk is als anorexiapatiënten die zich verbinden aan Pro Ana (anorexia bevorderende) websites?
“Ik kan het toejuichen dat vollere mensen vooral kijken naar hetgeen zij mooi aan zichzelf vinden in plaats van alleen te focussen op hetgeen dat beter zou kunnen. De meeste patiënten die ik zie, geven overigens aan dat het deelnemen of actief zijn binnen een dergelijke beweging ook een manier is van omgaan met het laag zelfbeeld dat is ontstaan uit het overgewicht. In een poging het gewicht te accepteren, zoeken ze vaak de kant op van het overmatig benadrukken dat curves mooi zijn. Ik denk dat een dergelijke stroming vooral probeert lotgenotencontact te bewerkstelligen tussen mensen die vaak al lang strijden tegen het overgewicht.”
Het kan dus een manier zijn om het probleem samen met anderen een plek te geven. “Een dergelijk contact kan ervoor zorgen dat mensen die strijd even vergeten en wellicht ook iets positiever over zichzelf kunnen denken. Daarnaast heeft het vermoedelijk als functie naar de buitenwereld het vooroordeel over dikke mensen bij te stellen. Door naar buiten te treden als zelfverzekerde, fitte, mooie, verzorgde mensen die hun overgewicht omarmen. Ik denk niet dat men elkaar aanspoort om dik te blijven, maar vooral promoot niet meer te lijnen en minder te strijden.”
In het geval van Pro Ana-groepen wordt vooral aangespoord om zo dun mogelijk te worden en blijven. Tips en tricks worden uitgedeeld; hoe dunner hoe beter. “Een groot verschil tussen de Pro-Ana websites en de Big is Beautiful-stroming is dat er geen adviezen worden gegeven (dus voor het zo zwaar mogelijk worden). Wanneer dit bij obesitas gebeurt bevinden we ons in een niche, namelijk die rond feeders, wat slechts sporadisch voor lijkt te komen. Ik denk dus Pro Ana-websites meer te vergelijken zijn met Feeder-websites, in plaats van de Big & Beautiful-stromingen. Er wordt namelijk doelbewust ongezond gedrag gepromoot.”
Imke Gooskens (30) is werkzaam als psycholoog bij de Nederlandse Obesitas Kliniek, momenteel op de vestiging in Nieuwegein. Hier begeleidt ze mensen die hopen met behulp van een bariatrische (maagverkleinende) operatie een gezond(er) gewicht te bereiken en vast te houden. De begeleiding vindt plaats in groepen en gedurende dit 1,5 jaar durende intensieve traject worden mensen begeleid in het aanleren en vasthouden van een gezonde leefstijl. Hierbij is er sprake van een nauwe samenwerking met de verschillende ziekenhuizen in verschillende regio’s.
Lees hier een persoonlijk verhaal over de strijd met de kilo’s.