Waarom vegetarisch eten niet altijd duurzaam is
Wie denkt door vaker vegetarisch te eten, gegarandeerd duurzaam bezig is, heeft het helaas mis. Toen we dat voor het eerst hoorden, moesten we ook even goed nadenken. Want vegetarisch eten is toch júist een planeet-vriendelijke keuze? Dat is het, míts je de juiste voedingskeuzes maakt.
Dít is waarom vegetarisch eten (helaas) niet altijd duurzaam is.
Waarom vegetarisch eten niet altijd duurzaam is
We kunnen er inmiddels niet meer omheen, de wereld is aan het opwarmen. Voor het grootste deel veroorzaakt door menselijk toedoen. De grootste vervuilers? De mode-industrie, spullen (kapitalisme in z’n algemeenheid) en de vlees- en zuivelindustrie.
Wereldwijd is voedsel verantwoordelijk voor de ruim 25 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen, de helft daarvan komt door de productie van dierlijke producten, schrijft NOS al eerder.
Kortom: minder vlees eten (en hopelijk zo de mensen om je heen ook) is misschien dus wel de meeste effectieve manier om klimaatverandering tegen te gaan.
Zuivel is niet per se duurzaam
Het minderen van vlees eten kan dus een grote impact hebben op jouw ecologische voetafdruk. Niet alleen het minderen in vlees eten, maar ook het laten staan van zuivel, scheelt wereldwijd gigantisch veel vervuiling.
“Zuivel belast het milieu meer dan de meeste plantaardige producten. De Nederlandse melkkoe produceert dagelijks meer dan 25 liter melk. Dit brengt milieuproblemen met zich mee. De melkveehouderij gebruikt energie, waardoor het broeikasgas CO2 vrijkomt”, lezen we op Milieu Centraal. Vervang je in jouw vegetarisch dieet vlees voor zuivel, dan ben je dus niet per se duurzamer bezig.
Het meest vervuilende vlees
Al eerder zochten we uit welk type vlees nu eigenlijk het meest vervuilende is. Wat bleek? Dat gaat om de productie van rundvlees. Runderen hebben namelijk een stuk meer voer nodig dan bijvoorbeeld kippen, maar vragen ook om meer ruimte én stoten meer broeikasgassen uit. Op nummer 2 staan varkens, gevolgd door kippen op nummer 3.
Uit onderzoeken blijkt dat rund en lamsvlees de grootste co2-uitstoot hebben, gevolgd door kaas. De meeste impact maak je dus door die drie zoveel mogelijk te laten staan en te vervangen door noten, bonen, tofu, maar ook eieren, kip, vis en varkensvlees.
Maar (je voelt ‘m al aankomen), ga voor industriële eieren, kip, vis en varkensvlees, dan zijn deze echter nóg steeds erg vervuilend en zeer-dieronvriendelijk.
Hoe zit het met vleesvervangers?
De meeste vleesvervangers zijn, ondanks dat ze vaak zwaar bewerkt zijn (denk maar aan de moeite die er gedaan moet worden om iets als soja op vlees te laten lijken), nog altijd veel duurzamer dan de ‘echte’ vleesvariant.
En vis?
Wild gevangen vis is daarentegen vaak een stuk duurzamer dan vlees, en dan met name schelpdieren als mossels, oesters en sint jakobsschelpen zijn duurzamere keuzes. Garnalen en kreeft zorgen daarentegen weer voor meer CO2-uitstoot dan kip en varken, omdat de boten voor het vangen extra brandstof nodig hebben.
De keerzijde van vis is echter dat de zee ernstig overbevist is (zoals we allemaal in Seaspiracy hebben kunnen zien) en al maximaal wordt leeg getrokken. Gaat iedereen meer vis eten (in plaats van vlees), dan moet deze vis van viskwekerijen komen en die zijn weer niet erg duurzaam, behalve schepdier-kwekerijen.
Is biologische melk dan beter?
Oké dan, tot zover blijken de vega(n) alternatieven of geen vlees eten en meer vis dus niet per se altijd duurzamer. Maar hoe zit dat dan als je kiest voor biologische producten?
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: biologisch zegt niets over meer of minder co2-uitstoot. Wil je duurzame melk drinken, dan scoort sojamelk het best op co2-uitstoot, landinname en waterverbruik, maar ook rijst-, haver- en amandelmelk zijn duurzamere opties wat dat betreft. Amandelen verbruiken echter relatief gezien veel water en is wat dat betreft de minst duurzame optie.
Is lokaal en seizoensgebonden eten duurzaam?
“Over het algemeen bepaalt wat je eet veel meer dan waar het vandaan komt, aangezien transport maar voor zes procent van de uitstoot van voeding zorgt”, vertelt Myrthe van der Vlis – vegan-recepten-maker en oprichter van de vegan maaltijdboxen Vood aan BEDROCK.
“Appels, sinaasappels en bananen zijn duurzamer om te eten dan bosbessen en asperges, omdat deze langer houdbaar zijn en per boot worden verscheept. Hetzelfde geldt voor wortels, aardappels en pompoen, omdat deze lang bewaard kunnen worden.”
Voedselverspilling
Wil je duurzamer eten, dan maak je vooral impact door op jouw voedselverspilling te letten. Vooral voedselverspilling is namelijk een groot probleem als het aankomt op voeding en duurzaamheid. Wist je dat wel twintig procent (!) van wat mensen kopen uiteindelijk weer wordt weggegooid? Door alleen te kopen wat je ook daadwerkelijk opeet, ben je dus ook ontzettend duurzaam bezig.
Klimaat-vriendelijke diëten
Als mens kunnen we nu eenmaal niet helemaal klimaatvriendelijk leven, zo veel is wel duidelijk. Dat hoeft gelukkig ook niet, maar bewustere keuzes kun je wel degelijk maken. Alleen is dat niet altijd even simpel als het lijkt. Je dénkt misschien duurzamer bezig te zijn door vaker vlees te laten staan en te kiezen voor kaas of vleesvervangers of een bio-variant van een dierlijk product, maar dat hoeft dus niet altijd zo te zijn.
Lees je daarom liever goed in! De meeste impact maak je in elk geval door vaker vegan te eten (te leeft dan 45 procent duurzamer) of vaker vega te eten (dan leef je dertig procent duurzamer). Verder kun je deels vlees en zuivel in je dieet vervangen voor plantaardige producten (zo’n dertig procent) en rundvlees en lamsvlees te vervangen voor andere vleessoorten (zo’n 20 procent).
Vind het het moeilijk om helemaal vegan te eten? Dan kan je dus net zo goed vijftig procent vaker plantaardig eten dan volledig vegetarisch, als je ervan uitgaat dat vegetariërs veel kaas en zuivel eten.
Zo maken we samen de wereld tóch een stukje groener.
Waarom (vaker) veganistisch eten de meest effectieve manier is om klimaatverandering tegen te gaan