Bang voor gaten of kleine gaatjes? Dit is waar trypofobie vandaan komt
Krijg je de kriebels bij het zien van gaatjes in puimsteen, beton of sponzen? Of heb last van je braakneigingen als je Zwitserse kaas, honingraad of opgesneden granaatappels ziet? Dan heb je misschien wel last van trypofobie. Tot nu toe was er nog weinig bekend over deze fobie, maar wetenschappers weten nu eindelijk waar de ziekelijke angst vandaan komt.
Trypo is een Griekse term voor ‘het boren van gaten’ en Phóbos betekent ‘angst’. Trypofobie is een relatief nieuwe term in de medische wetenschap, maar kun je vertalen als een intense angst voor een verzameling van kleine, asymmetrische gaatjes.
Bang voor gaten
De term werd populair in 2011 toen een student aan de Amerikaanse University at Albany deze gebruikte voor een Facebookpagina, waarop mensen hun verhaal hierover konden doen. Vanaf dat moment nam de interesse voor het fenomeen gigantisch toe.
Voor mensen met trypofbie kan het kijken naar de clusters van gaten een vervelende inwendige reactie veroorzaken. Zelfs de belletjes in chocoladerepen en pannenkoeken kunnen ervoor zorgen dat hun magen omdraaien. Maar waar komt die angst nu vandaan?
Wetenschappelijk onderzoek
Psychologen dr. Geoff Cole en Professor Arnold Wilkins van de Universiteit van Essex zochten het uit. Want het is toch vrij bijzonder dat er sommige mensen volledig van slag raken bij het zien van de kop van een lotusvrucht. In hun onderzoek met de simpele titel ‘Fear of Holes’ bekeken Cole en Wilkins de bijzondere angst voor het eerst op een wetenschappelijke manier.
Lees ook: Misofonie: waarom worden we gek van eetgeluiden? Deze film legt het uit
Ze lieten 286 respondenten meer dan 150 afbeeldingen zien van objecten mét gaatjes en zónder gaatjes. En wat bleek, maar liefst 16 procent bleek een diepgewortelde aversie te hebben tegen de onderzochte patronen mét associatie met de fobie. Deze afbeeldingen hadden een hoger contrast dan de afbeeldingen zonder angstrespons.
Overlevingsmechanisme
Maar wat betekent dit? Een vergelijkbaar verschil in contrast zien we bij de giftigste dieren op aarde, zoals blauw-geringde octopussen, kwallen, levensgevaarlijke spinnen en giftige kikkers. Al deze dieren hebben een patroon of vorm van gaten vergelijkbaar met afbeeldingen waarbij er sprake is van een angstrespons.
Op basis van deze uitkomsten suggereren de onderzoekers dat de fobie een overblijfsel is van een overlevingsmechanisme dat patronen associeert met gevaarlijke dieren.
Ook interessant: Waarom angsten niet altijd te relativeren zijn (en hoe je er dan toch mee omgaat)
Zelfs mensen zonder de fobie kunnen een naar en ongemakkelijke gevoel krijgen bij het zien van de gaten of felgekleurde dieren, maar velen zijn zich er niet van bewust.
Andere theorieën
Overigens zijn er nog meer theorieën bekend over trypofobie. Zo schijnt ‘de walging’ te ontstaan doordat de gaatjes in een bepaald patroon doen denken aan bacteriën of aan besmettelijke ziekten. Het is een natuurlijke reactie om er niet in de buurt te willen zijn.
Ook is er een groep met trypofobie die iets engs in het verleden hebben meegemaakt waardoor de angst extra getriggerd wordt. Zo is er een enge kikker, de pipa, met holtes op de rug waarin haar kindjes opgroeien. Als je dat al eens hebt gezien, kun je trypfobie ontwikkelen.
Gelukkig kun je de gaatjesangst wel goed behandelen. Stapje voor stapje kun je manieren vinden om ermee te kunnen dealen.
Meer over angsten
- Yoga kan helpen om angsten te bestrijden, wijst nieuw onderzoek uit
- Waarom iedereen angstig is, en wat we ervan kunnen leren
- Voel je je angstig en gestrest? Dit voedsel kan helpen