Hoe trainen voor een marathon mijn band met eten positief verandert
Ik groeide op met het beeld dat Bridget Jones (maat 38) dik was, dat niets ‘zo lekker smaakt als dun zijn voelt’ (Kate Moss) en dat ieder taartje moest worden afgewogen, want oh wee als je er niet zo uit zou zien als het standaard model op de catwalk. Geen wonder dat mijn band met eten jarenlang ongezond was, als je het mij vraagt. Trainen voor een marathon leverde onverwachts een wijziging in die relatie op.
Verrassende voordelen van trainen voor een marathon
Na een paar jaar heel sporadisch vier of vijf kilometer te rennen, besloot ik me in te schrijven voor een marathon en er écht voor te gaan. Inmiddels is hardlopen een vast routineonderdeel in mijn agenda geworden en baal ik wanneer er een rustweek op het schema staat (al luister ik daar natuurlijk ook braaf naar om blessures te voorkomen).
Dat inschrijven voor de marathon had vooral te maken met de emotie die ik voelde wanneer ik langs de kant van een marathon mijn rennende familieleden aanmoedigde én met de lichamelijke uitdaging die ik aan wilde gaan. Maar dat het mijn band met voeding compleet zou veranderen, had ik van tevoren niet verwacht.
Jarenlang had ik namelijk ongezonde gedachten rondom eten. Tot een echte stoornis is het (voor zover ik weet) gelukkig nooit gekomen, maar diëten en mezelf constant maar te dik vinden speelde een grote rol in mijn leven. Bovendien was ik een echte emotie-eter. Dat zie ik bij veel mensen uit mijn generatie, die opgroeiden met bovengenoemde filmfragmenten en het idee ‘hoe dunner, hoe beter’. Hoewel ik heus kon genieten van een taartje of een stuk pizza, kampte ik daarna steevast met een schuldgevoel. Ik vroeg mezelf af of ik die ongezonde calorieën wel had moeten eten en rekende uit hoelang ik zou moeten sporten om ze weer te verbranden.
Een gezonder zelfbeeld én een betere relatie met eten
Nu ik middenin mijn marathontraining zit en wekelijks tientallen kilometers ren, kijk ik heel anders tegen eten aan. Dat taartje is nu niet meer iets om me schuldig om te voelen, maar juist een energiebron die mijn lichaam nodig heeft. Als ik twee keer opschep denk ik er niet meer over na dat het tweede bord wellicht gepaard gaat met extra kilo’s, maar zie ik het als een portie extra koolhydraten om m’n lange run van die week succesvol te doorlopen.
Die verandering in de manier waarop ik naar voedsel kijk, zie ik ook terug in mijn zelfbeeld. Op een onzekere dag staar ik niet langer negatief in de spiegel, maar vertel ik mezelf dat dit lichaam op ieder willekeurig moment de deur uit kan gaan om een kilometer of twintig te rennen. Doordat ik me sterker en fitter dan ooit voel, kijk ik niet langer naar hoe mijn lichaam er precies uitziet, maar vooral naar wat ik er mee kan. Die switch was ongetwijfeld niet de reden waaróm ik besloot een marathon te gaan rennen, maar het is een verrassende bijkomstigheid die heel erg welkom is.
De 75 Hard challenge is ook een mooie uitdaging, waarom? Dat lees je hier!