Hoe rouw je als je jong bent? We spraken een ervaringsdeskundige
Lisanne van Sadelhoff (30) verloor 3 jaar geleden haar moeder aan kanker. Ze had heel erg behoefte aan instructies voor het rouwproces en ging op zoek naar een handboek met een helder stappenplan, waardoor ze het verlies zo snel mogelijk achter zich kon laten. Maar guess what: dat was er niet. Om die reden besloot ze zelf een boek te schrijven over het proces van loslaten en intens rouwen.
Uiteindelijk is het geen handleiding geworden, want ze kwam er al snel achter dat het rouwproces zoiets persoonlijks, precairs en grilligs is, dat je daar geen stappenplan voor kunt maken. Elk rouwproces is uniek.
Daarom is haar boek ‘Je bent jong en je rouwt wat’ eerder een goudeerlijk boek dat pijnlijk (maar ook met humor!) duidelijk maakt hoe het voor háár was en dat alles beter is dan zwijgen. We gaan in gesprek met Lisanne over haar persoonlijke ervaring.
Even 3 jaar terug in de tijd. Hoe ging jij van start?
“Door veel te praten met een rouwtherapeut. Ik dacht dat ik gek zou worden van verdriet, maar zij gaf mij handvatten en liet me inzien dat rouw geen tijdslimiet heeft. In het begin had ik nogal haast – ik wil de zo snel mogelijk weer mijn leven oppakken, maar dat ging gewoon niet. Het was zoiets groots is. En ik leerde om het verdriet op te zoeken. Om er niet bang voor te zijn dat dat verdriet er is.”
Op welke manier heb jij dat verdriet opgezocht?
“Ik had één keer per week een verdriet-dag. Dan ging ik naar therapie, daarna met mijn hond wandelen in het bos, pannenkoeken eten en in mijn dagboek schrijven. Ik was dan oprecht heel verdrietig. Meestal stortte ik ‘s avonds compleet in, maar daarna kon ik weer even tegenaan.
Lees ook: Hoe ga je om met de dood van een dierbare? Een gelukspsycholoog geeft antwoord
Daarnaast heb je nog verdriet dat je kan overvallen. Dat is heel naar en gebeurt vaak op momenten dat je er niet op bent voorbereid. Dan zit er niks anders op dan ermee te dealen, want als je dat wegdrukt komt het op een ander moment drie keer zo hard weer bovendrijven.”
Terwijl dat voor sommige mensen ook een manier is om ermee om te gaan.
“Klopt! Daarom kon ik ook geen handleiding schrijven. Voor sommige mensen is het heel fijn om te zwijgen. Mijn broertje stopte zijn verdriet in de muziek en mijn vader ging heel erg op zoek naar antwoorden. Die wilde weten waarom het ons overkwam en die behoefte had ik dan weer helemaal niet. Daardoor zag ik – alleen al binnen onze familie – dat we er allemaal heel anders mee omgaan.”
Wat heeft het schrijven van het boek voor jouw rouwproces gedaan?
“Eigenlijk niet zoveel. Voor de meeste mensen is het fijn om dingen van zich af te schrijven, maar ik schrijf juist dingen naar me toe. In de periode dat mijn moeder ziek was heb ik wel heel veel geschreven, maar dat was vooral omdat ik bang was om essentiële dingen te vergeten. De eerste twee jaar na haar dood was het was veel te confronterend voor mij. Daarna ben ik het boek gaan schrijven, maar dat voelde meer als werk.
Ook interessant: Hoe psychiater Dirk De Wachter pleit voor het omarmen van meer verdriet
Ik was bewust bezig om elk hoofdstuk zo toegankelijk en pakkend mogelijk te maken. Ik wilde openheid geven en laten zien hoe het proces voor mij was: zó gekmakend en grillig kán het dus zijn. Voor sommige mensen helpt dat, omdat ze zich daarin herkennen, en voor sommigen mensen ook helemaal niet. Maar het is wél een boek geworden, wat ik zelf had willen lezen toen ik zo diep ging.”
Wat was voor jou heel fijn om te horen van anderen?
“Dat ik altijd bij ze terecht kon. Dat er geen limiet zit op rouw, dus dat ik over vijf jaar óók nog mag huilen. En sommige mensen zeiden ook ‘Ik blijf altijd. Wat er ook gebeurt en hoe lang dit verdriet ook duurt.’ Dat had ik echt nodig. Een vangnet.”
En wat was absoluut niet fijn om te horen?
“Of ik het al een plekje had gegeven. Of, na een jaar: ‘Gaat het weer een beetje?’. En dan dacht ik: Nee, eigenlijk niet. En wat ik ook lastig vond was als mensen zeiden dat het leven doorging. Ja, voor hún ging het leven gewoon door, maar voor míj niet. Voor mij stond het stil.
Toch waren al die clichés voor mij ook een soort reddingsboeien. Dingen als ‘Verdriet kost tijd’ of ‘Gelukkig heb je de herinneringen nog’ – daar heb je in het begin helemaal niks aan, maar er zit natuurlijk wel een kern van waarheid in.”
Is het dan altijd beter om íets te zeggen, dan om níets te zeggen?
“Dat vind ik een lastige. Want het kan zijn dat mensen er liever niet over praten, maar vóórdat je weet of dat zo is, moet je er toch eerst iets over gezegd hebben. Je moet eerst vragen waar iemand behoefte aan heeft. En dat hangt niet alleen van de persoon af, maar ook nog eens van het moment. Dus je kunt niet beginnen met zwijgen.”
Hoe kijk je terug op jouw rouwproces?
“Eigenlijk wel met bewondering voor mezelf. Ik ben best wel een dramaqueen en ook heel erg gevoelig, dus ik beleefde het allemaal heel intens. In het begin schaamde ik me daarvoor, maar nu ben ik best wel trots. Ik hield gewoon zo vreselijk veel van mijn moeder, en dat doe ik nog steeds. Dus het helemaal niet erg, maar juist heel mooi.
Lees ook: Wat je tegen iemand kan zeggen die aan het rouwen is
Soms krijg ik ook nog wel een naar gevoel als ik erop terugkijk. Dan denk ik: jeetje, waar ben ik doorheen gegaan? Dat wens je echt je ergste vijand niet toe. En ik ben nog steeds aan het rouwen, dat stopt helemaal niet.”
Heb je tips voor vrienden die een dierbare hebben verloren?
“Blijf vragen stellen. Laat iemand voelen dat je er bent, ook op afstand. Vooral in de eerste weken na het overlijden had ik veel aan mensen die eten voor mijn deur zette (en niet aanbelden, want daar had ik geen energie voor). En zeg niet ‘Laat maar weten als ik iets voor je kan doen’ of ‘Bel me als er iets is’. Dat doe je namelijk niet.
Dus kom met concrete voorstellen. Zeg bijvoorbeeld: ‘Zullen we morgen naar de sauna gaan?’ of ‘Heb je behoefte om morgen even naar de film te gaan?’. Dan hoeft diegene er alleen maar ja of nee op te zeggen.”
En nog tips voor een partner die in rouw is?
“Laat hem of haar weten dat het verdriet er altijd mag zijn en dat het oké is dat je niet op je best bent. Maar geef ook aan waar je zelf behoefte aan hebt. Grote kans dat je zelf ook in een rouwproces zit, als je de overleden persoon goed kende. Blijf vertellen hoe je je voelt en laat elkaars verdriet in elkaars waarde. Ga niet veroordelen als iemand er niet over praat of er minder over huilt. Iedereen doet het anders en dat is niet fout.”
Meer over rouwen?
- Loslaten kun je leren (een psycholoog legt uit hoe)
- Zo kijkt het boeddhisme naar het leven en de dood (en wat wij daarvan kunnen leren)
- Het is helemaal niet raar om te rouwen als je huisdier dood gaat (en dit is waarom)