Aan het piekeren? Vertel dit tegen jezelf
‘Shit, wat een stomme verspreking’, ‘O nee, ze dachten dat mijn sarcastische belediging echt was’ en ‘Help, ik heb veel te weinig gedaan vandaag’ worden meestal gevolgd door ‘Wat zullen ze wel niet van me denken?’ Oftewel: let the piekeren begin.
We maken ons vaak heel druk om wat andere mensen van ons denken, vooral omdat we daar veel zelfwaarde uit halen. Als mensen ons niet leuk vinden, zijn we niks waard. Als mensen ons niet zien staan, zijn we niks waard. Maar surprise: je bent van onschatbare waarde, ongeacht wat andere mensen vinden.
Maar ja, zeg dat maar eens tegen dat piekerende hoofd van je. Da’s lastig, maar we hebben een inzicht dat je kan helpen.
Iedereen denkt aan zichzelf
Misschien ken je de truc wel om aan jezelf te vragen: zullen mensen dit over twee jaar – of, je weet wel, een week – ook nog weten? Waarschijnlijk niet. Die gedachte kan helpen tegen piekeren.
Maar je kunt ‘m ook omdraaien: weet jíj het over een week nog als iemand zich vandaag verspreekt in een vergadering, of misschien wat ongemakkelijk overkomt tijdens een presentatie? Waarschijnlijk niet. Je bent immers veel te druk met nadenken over de domme dingen die jij zelf deed.
Het ding is namelijk: de meeste mensen denken voornamelijk aan zichzelf. Niet per se omdat ze egoïstisch zijn, maar omdat ons brein zich daar nu eenmaal automatisch op focust.
Minder piekergedachten voor een betere slaap? We delen een paar belangrijke tips
De 18-40-60-regel
Psychiater Daniel Amen omschrijft het als de 18-40-60-regel. Het idee: op je 18e maak je je nog heel druk om wat andere mensen van je denken, op je 40e kan het je weinig meer schelen, op je 60e realiseer je je eindelijk dat mensen überháupt niet aan je denken.
En nee, dat betekent niet dat je nu tot je 60e moet wachten om een beetje los te komen van al dat piekeren. Hoewel het misschien niet zo 1-2-3 zal verdwijnen, komt de realisatie van dit inzicht vanzelf als je het vaak genoeg herhaalt.
En datzelfde geldt voor meer helpende gedachten die Amen noemt:
Gedachten die helpen tegen piekeren
Bedenk wie – en wat – je belangrijk vindt
We kunnen ons om van alles druk maken. Wat die ene vrouw tegenover je in de trein van je denkt, of een collega die je nauwelijks spreekt. Of je je voor schut zet in een café aan de andere kant van het land. Maar die mensen staan helemaal niet dicht bij je, dus hun mening maakt sowieso niet uit.
Gaat het om bijvoorbeeld vrienden of familie, dan maakt het eerder uit wát je belangrijk vindt. Maakt iemand een sneer over dat je er gek uit ziet als je hardloopt, terwijl sporten helemaal niet belangrijk voor je is? Als iets niet belangrijk voor je is, zouden opmerkingen of gedachten van anderen daarover dat óók niet moeten zijn.
Realiseer je dat je geen gedachten kunt lezen
Nee, je wéét niet dat mensen je irritant vinden – je denkt het alleen maar. En zoals we al schreven, is de kans heel groot dat mensen allang weer bezig zijn met hun eigen struggles.
Niemand kan gedachten lezen, dus je kunt er niet zomaar vanuit gaan dat iemand wel negatief over je zal denken.
Iedereen maakt fouten
Zélfs die vriendin of collega die zo’n perfect leven lijkt te hebben. Enneh, iets met fouten en leren, en zo. Als je nergens tegenaan loopt, ontwikkel je je ook niet – en dat wil je niet.