Opgebrand, uitgeblust, angstaanvallen: dit is een burn-out
Opgebrand, uitgeblust, angstaanvallen… Zo erg dat je letterlijk geen stap meer kunt verzetten. Je laptop is je grootste vijand en de verjaardag van je beste vriendin voelt als de beklimming van de Mount Everest. Hoe kán dat nou? Je was wel druk, snel geïrriteerd en je sliep slecht, maar je bent helemaal geen opgever… Zó voelt een burn-out. Volgens het CBS heeft een op de zeven werknemers last van ‘overspanningsklachten’. Dat zijn een miljoen mensen. Maar hoe komt het dan zover dat je écht op bent? “Het was alsof het een soort ongeluk was… Ik had het totaal niet zien aankomen.” Eveline (30) kreeg vijf jaar geleden een burn-out: “Ik was freelancer en had een grote klus binnengesleept. En ik was net begonnen met een nieuwe masterstudie. Ik had een druk sociaal leven, altijd wel verjaardagen, feestjes, etentjes, leuke dingen. Soms voelde ik wel dat ik even rustig aan moest doen. Dan sliep ik een tijdje heel slecht, had ik kleine paniekaanvalletjes of kwam ik huilend thuis na een lange dag. Maar dat ging dan na een weekje wel weer. De dag dat het gebeurde, had ik nauwelijks geslapen. Ik zat zwetend achter mijn bureau en om 11:15u kón ik niet meer. Niet meer naar mijn mail kijken, niks. Ik kon alleen nog maar huilen. Het voelde echt als totale kortsluiting in mijn hoofd.
In de psychiatrie bestaat er officieel geen diagnose ‘burn-out’. Er wordt vaak gesproken van een somatoforme stoornis, vanwege de lichamelijke klachten en hevige vermoeidheid die medisch niet te verklaren zijn. Psychologe Charlotte vertelt: “Voordat een burn-out ontstaat, geeft het lichaam vaak al eerder tekenen van vermoeidheid. Je hebt geen energie meer om zaken te ondernemen, hoe klein ze ook lijken. Klachten als concentratieproblemen, vergeetachtigheid of gevoel van incompetentie komen naar boven, maar ook lichamelijke symptomen als hoofdpijn, spierpijn en slaapproblemen. Als daar niet op gereageerd wordt, krijgt het lichaam geen kans om te herstellen waardoor overbelasting optreedt. Een mooie metafoor vind ik altijd een mobiele telefoon die een hoop taken aankan, maar waarvan de batterij toch écht zo nu en dan opgeladen moet worden. Als je tegen een burn-out aanloopt heb je je batterij zodanig verbruikt, dat je helemaal uit kunt vallen als er weer een taak op je ligt te wachten.”
“Het is ingewikkeld,” zegt Eveline, “want wie een burn-out krijgt is in essentie een doorzetter. Je accepteert gewoon niet dat je niet meer kunt. Ik stopte noodgedwongen met mijn master en mijn werk, om een paar maandjes heel ‘rustig aan te doen’. Maar dat betekende voor mij eigenlijk nog steeds actie ondernemen. Alles doen om energie te krijgen. Veel praten met mensen die het hadden meegemaakt, een vrijwilligersbaantje zoeken, ik had allerlei workshops gepland die me zouden helpen en ik sportte veel. Ik had opgebouwd dat ik een rondje van 11 kilometer lekker snel kon rennen.” Totdat Eveline thuis kwam na een véél te drukke dag. “Ik ging even op de bank liggen en het voelde alsof er een olifant op me ging zitten. Letterlijk, zo zwaar. Al mijn alarmbellen gingen weer rinkelen. Ik kon niet meer slapen. Nacht, na nacht, na nacht. Mijn hart bonkte zo snel, ik lag de hele nacht te zweten. Iedere hap die ik nam, kwam eruit in de vorm van diarree. Continu voelde ik intense angst en mijn hoofd maalde aan één stuk door, alsof het een flipperkast was. Dat rondje van 11 kilometer? Ik kon niet eens meer tot het bruggetje lopen waar het rondje begon.”
De behandeling
Bepaalde persoonskenmerken kunnen mensen kwetsbaarder maken voor een burn-out dan anderen. “Denk aan moeilijk om hulp kunnen vragen, de lat vaak te hoog leggen, meer voor anderen zorgen dan voor jezelf, faalangstig zijn,” legt Charlotte uit. “Vaak zijn mensen die met een burn-out bij mij komen hardwerkende mensen die het moeilijk vinden om grenzen te stellen en te weinig stilstaan bij wat ze zelf nodig hebben.” En precies daar zit de oplossing naar herstel. “Je geeft eigenlijk continu meer dan je ontvangt. In behandeling van een burn-out vind ik het altijd belangrijk om de persoon te laten nadenken over wat hij of zij zelf nodig heeft om zich beter te voelen. We kijken letterlijk naar verminderen van het aantal taken, maar ook versterken van vaardigheden als assertiviteit en timemanagement. Verder blijken mindfulness en cognitieve gedragstherapie een goede behandeling voor de klachten. Bij dat laatste worden negatieve gedachten omgebogen naar meer helpende gedachten.”
Vijf jaar geleden was burn-out nog niet zo’n bekend probleem, zeker niet onder jonge mensen. Eveline, die toen 25 was, had veel moeite met het vinden van de juiste hulp. “Een psycholoog van de universiteit zag de ernst van de situatie niet helemaal. Pas toen ik echt rock bottom raakte, ben ik via de huisarts bij een psychiater terecht gekomen die me anti-depressiva voorschreef. Daardoor verdwenen die rare angstgedachten. Dat, en totale overgave aan het feit dat ik écht de tijd moest nemen, heeft mijn herstel in gang gezet.”
En in dat herstel gaat het om balans vinden. Tussen de energie die je geeft en de energie die je krijgt. “Inmiddels is die balans aanwezig. Het zit zo in mijn systeem om lekker rustig aan te doen, en daar kan ik op vertrouwen. Als het zover komt dat het weer te druk is op mijn werk, of ik heb weer tien verjaardagen in een weekend, kan ik rustig wat afzeggen. Dat gaat nu heel automatisch. Tuurlijk ben ik er voorzichtig mee. Het voelde heel lang als een handicap. Dat ik er rekening mee moest houden dat ik niet altijd mee kan in de snelheid van de maatschappij. Maar eigenlijk is het misschien wel de maatschappij die gek is. Al die bizarre verwachtingen van je werk en je omgeving moet je loslaten. Je beslist toch lekker zelf wel waar je zin in hebt? Nu denk ik alleen maar: waarom moet ik meedoen in die snelheid? In al die afspraken? Ik vind het helemaal niet erg als iemand iets afzegt, omdat ‘ie even rustig aan wil doen.”
Gefeliciteerd!
Hoe heftig de ervaring ook was, Eveline ziet haar burn-out als een blessing in disguise. “Het heeft me een enorm gevoel van vrijheid gegeven. De burn-out heeft me meer gebracht dan al mijn opleidingen bij elkaar. Tuurlijk, als ik het op een andere manier had kunnen leren: graag. Maar ik denk dat er geen andere manier was. Die patronen; perfectionisme, prestatiedrang, het ‘goed willen doen’, zaten zo diep in me verweven. Als je zo bent geprogrammeerd, en dat zijn véél mensen in deze tijd, moet er gewoon een diepe crisis komen om het te deprogrammeren. Een burn-out heeft natuurlijk serieuze effecten, maar je kunt wel iets uitwerken voor jezelf en dat geeft uiteindelijk zo’n opluchting. Stiekem zou ik bijna zeggen tegen mensen die er tegenaan lopen: gefeliciteerd! Nu kun je verder.”