4 manieren waarop je tegen jezelf liegt (yes, óók jij doet aan zelfsabotage)
Een leugentje om bestwil vertellen we allemaal wel eens, maar als je tegen jezelf liegt omdat de waarheid iets te zwaar is om te handelen, heeft dat veel impact. Toch hoef je je niet direct schuldig te voelen als je merkt dat ook jij je wel eens schuldig maakt aan zelfsabotage. Volgens nieuw onderzoek dat is gepubliceerd in het tijdschrift Philosophical Psychology ben je namelijk niet de enige. We doen het zelfs zo frequent dat de vormen van zelfsabotage heel voorspelbaar zijn.
Zo voorspelbaar dat de onderzoekers 4 verschillende vormen van zelfsabotage vast konden stellen.
1. Het hervormen van overtuigingen
De eerste manier van zelfsabotage is het hervormen van eigen overtuigingen. Dit betekent dat je jezelf van iets overtuigt, door te willen dat iets anders waar is. Klinkt ingewikkeld, maar met het voorbeeld dat co-auteur Albert Newen aan MindBodyGreen geeft, wordt het duidelijker.
Zo zegt hij: “stel dat een vader ervan overtuigd is dat zijn zoon een goede student is. De zoon haalt een onvoldoende voor een toets. De vader zal dan eerst zeggen dat het onderwerp van de toets toch niet zo belangrijk is of dat de docent de stof niet goed heeft uitgelegd.”
Lees ook: Waarom liegen gelukkig maakt volgens deze psycholoog
De vader zoekt dus eigenlijk naar andere redenen voor de onvoldoende. Zijn zoon is in zijn beleving nog steeds een goede student.
2. Mensen en plekken vermijden
De volgende vorm van zelfsabotage is een vorm waarbij je bewust mensen of plaatsen vermijdt, omdat deze mensen of plaatsen feiten delen die tegen je eigen overtuigingen indruisen. Op deze manier wordt ook cognitieve dissonantie vermeden. Daar zou je namelijk wel last van krijgen als blijkt dat je eigen overtuigingen misschien toch niet helemaal goed zijn.
Lees ook: Waarom we minder vaak moeten liegen (zelfs als dat iemands gevoelens kwetst)
We gebruiken de vader weer even in een voorbeeld. Om niet een ander beeld te krijgen van zijn zoon, zou hij de spreekavond met de docent over slaan. Hij hoeft dan de confrontatie niet aan te gaan en kan blijven geloven dat zijn zoon een goed student is.
3. Twijfel aan de geloofwaardigheid van een ander
Als je de geloofwaardigheid van iemand ondermijnt, dan kun je met een gerust hart twijfelen aan die geloofwaardigheid en hoef je je eigen overtuigingen niet te veranderen. Ook als iemand geen bewijs heeft voor bepaalde feiten, is het heel gemakkelijk om ze niet te geloven. Deze ken je misschien ook wel als “eerst zien, dan geloven” – ook al weet je stiekem wel dat de ander best eens gelijk zou kunnen hebben.
4. Feiten anders interpreteren
De laatste manier van zelfsabotage is het anders interpreteren van bepaalde feiten. Op die manier sluiten feiten weer aan bij je eigen overtuigingen en zit jij er dus niet naast.
Lees ook: Verschillende vormen van liegen (en wat je kunt doen om eerlijker te zijn)
“Bijvoorbeeld,” zegt Marchi, de andere auteur van het onderzoek, “als de vader toch in gesprek gaat met de wiskundedocent en zij suggereert voorzichtig dat de zoon het niet aankan, dan kan de vader de vriendelijkheid van de docent alsnog interpreteren als een positieve beoordeling van zijn zoon.”
Waarom doen we het?
Het onderzoek is niet alleen gedaan, om beter te begrijpen welke vormen van zelfsabotage mensen gebruiken. De onderzoekers Marchi en Newen wilden ook ontdekken waarom we het doen. Hun theorie? Het behoudt ons zelfbeeld of ego, en helpt ons om gemotiveerd te blijven.
Ook zegt Newen: “Het is niet iets ergs. Deze vormen van zelfsabotage helpt ons erbij om ons gevestigde beeld van onszelf en de wereld te behouden.”