Een gelukspsycholoog over hoe je kunt omgaan met perfectionisme
Dat project op werk waar je stiekem veel te veel uren in steekt. Het eeuwige getwijfel over dé perfecte outfit voor dat ene feestje. Een halve dag zwetend boven de pannen hangen als je eters hebt. Steeds meer mensen doen alles het liefst heel erg goed. Zodra er een taak op hun pad komt leggen ze, onbewust, de lat voor zichzelf op een bijna onhaalbaar niveau.
We hebben het over perfectionisme.
Perfectionisme en sociale vergelijking
De reden dat het aantal perfectionisten alsmaar stijgt, met name onder jonge mensen, heeft te maken met het aspect sociale vergelijking. Hoe goed jouw dag ook verloopt, na een korte scroll-sessie op je socials kom je altijd wel iemand tegen die het vandaag nog beter gedaan heeft. Die meer gepresteerd heeft, die een gave ervaring heeft opgedaan, die iets gedurfd heeft waarvan jij alleen maar kan dromen, enzovoort.
Sociale vergelijking is iets van alle tijden, maar sinds de opkomst van social media is de blootstelling aan andermans ervaringen exponentieel toegenomen. En daarmee ook de twijfels van de kijkers: doe ik het wel goed genoeg? Zou ik niet net dat tandje bij moeten zetten en ook allerlei life goals bereiken, zoals mijn medemens?
Perfectionisme is het antwoord op onze angst
Dit soort twijfels en angstgevoelens proberen we op te lossen door perfectionisme. Perfectionisten gaan de competitie met zichzelf aan en daarmee ook met al die mensen waarmee zij zich vergelijken.
Opvallend is dat perfectionisten zich hier terdege bewust van zijn, maar op de een of andere manier dit patroon niet veranderd krijgen. Waarom vraag je je misschien af?
Wanneer jij besluit net zo goed of nog beter te worden als een ander of je ‘oude ik’, dan heb je het idee dat je de controle terugpakt. En wanneer het gevoel van controle stijgt, daalt je stressniveau. So far, so good.
Het probleem is echter dat je niet alles controleren kunt. Het lukt je misschien om een aantal taken en projecten helemaal perfect uit te voeren, maar vaak genoeg lukt dit niet. Juist op deze momenten baal je van jezelf. Je hebt het gevoel dat je faalt.
Dit soort nare gevoelens zijn voor perfectionisten zo hevig, dat ze er zelfs depressief van kunnen worden. Hun zelfbeeld daalt nog verder, waardoor ze nog harder gaan knokken en presteren om zichzelf weer beter te voelen.
Het is nooit goed genoeg
Het probleem bij perfectionisme is: het is nooit goed genoeg. Zelfs als een perfectionist dat geweldige maal bereidt voor vrienden, zullen ze er toch nog altijd wat op aan te merken hebben. ‘Volgende keer nog beter,’ schiet door hen heen.
Hebben ze 3 keer in een week gesport, dan moet het volgende week 4 keer worden. De vakantie nog mooier, het werk nog beter enzovoort enzovoort.
STOP!
Stop voor het te laat is. Er zijn grenzen aan alsmaar meer en beter willen. We raken uitgeput en opgebrand. Perfectionisten maken het leven vaak onnodig lastig. Als je de volgende stappen doorloopt, zal je leren de lat iets lager te leggen. Zonder dat je daarvan baalt:
- Bewustwording. Erken dat je ergens bang voor bent (om te falen, om afgewezen te worden of wat dan ook).
- Ga eens na of je angst reëel is. Faal je inderdaad als je je visite aangekoekte aardappelen voorzet? Of kunnen jullie hier juist om lachen?
- Als de angst niet reëel is, kun je je lat lager leggen. Stel jezelf een kleiner en realistischer doel dan je oorspronkelijke doel.
- Vier je succes wanneer je je doel behaald hebt. Ben trots op jezelf.
Het doorlopen van deze stappen is voor perfectionisten best pittig. Maar blijf oefenen en doorzetten, het is zeker de moeite van het proberen waard. En het mooie? Je ontdekt dat ook jíj de moeite waard bent.
Dit artikel is geschreven door gastauteur Josje Smeets. Zij is gelukspsychologe en eigenaar van HelloBetty.nl. In haar blogs adviseert ze jou vierwekelijks over alles dat gelukkig maakt. Haar boek ‘Happy in 100 dagen’ is sinds kort verkrijgbaar.