OCD, wat is dat eigenlijk? Dit moet je weten
“Ik kan er echt niet tegen als de fotolijstjes aan mijn muur scheef hangen, heb een beetje OCD.” Je hebt het ongetwijfeld weleens gehoord, misschien zelfs gezegd. Waar veel mensen niet bij stilstaan, is dat OCD in feite een erkende (ernstige) psychische ziekte is. Maar wat is het dan precies? OCD is eigenlijk de Engelse variant van de diagnose: Obsessive Compulsive Disorder. In het Nederlands is het OCS: Obsessieve Compulsieve Stoornis. Compulsief betekent dwangmatig, obsessief dat je constant mee bezig bent met een bepaalde angst. OCD wordt dan ook wel dwang(neurose) genoemd. In Nederland lijdt ongeveer één tot drie procent van de mensen aan de ziekte.
Wat OCD niet is
Wij mensen houden van orde: hoe meer overzicht, hoe beter we functioneren en hoe beter we bestand zijn tegen mogelijke ‘gevaren’. We hebben daarom een natuurlijke drang om dingen te rangschikken en controleren. Oké, de meeste to do-lists worden dan wel door millennials gemaakt en we houden ook meer dan onze ouders van boekenkasten die op kleur gesorteerd zijn, maar controle is wel iets wat ons mens maakt.
In feite hebben we dus allemaal een beetje last van ‘dwang’, maar dat maakt het nog geen OCD. Als je wilt dat je boeken recht op tafel liggen, ben je gewoon een opgeruimd persoon. En als je meer van het getal 9 dan van 8 houdt, is dat misschien omdat je er een goede herinnering aan hebt. Als je deze kleine dingetjes aangrijpt om te zeggen dat je ‘een beetje OCD hebt’, kun je psychische stoornissen zelfs onbewust belachelijk maken.
Wat een dwangneurose wel is
Oké, maar wat is het dan wel? OCD is een vorm van een angststoornis. Als je die hebt, heb je last van geritualiseerde gedragingen die zich herhalen; je hebt het idee dat je iets móet (blijven) doen en heb daar zelf geen invloed op. Denk bijvoorbeeld aan dwangmatig schoonmaken, controleren of je alle stekkers wel uit het stopcontact hebt gehaald, bepaalde getallen vermijden, et cetera. Je kunt het niet zomaar een dagje niet doen, hoe graag je dat ook zou willen. Daar zijn nog véél meer voorbeelden van (met bijbehorende soorten OCD).
Vaak gaan zulke handelingen gepaard met oncontroleerbare, ongewenste gedachten. Als je de stekkers niet controleert, kan er zomaar brand uitbreken; als je niet schoonmaakt, kun je ziek worden en doodgaan – althans, dat vertellen je dwanggedachten je. De handelingen lijken ervoor te zorgen dat je angst minder wordt, maar houden de obsessie eigenlijk juist in stand. ‘Officieel’ heb je OCD als langer dan een uur per dag met de gedachten dan wel handelingen bezig bent, en ze dus je dagelijks leven belemmeren.
Waar komt OCD vandaan?
Net als bij veel andere mentale ziektes het geval is, is dwang (deels) te herleiden naar onze roots. Met andere woorden, je kunt het bekijken vanuit evolutionair perspectief. Sommige wetenschappers beschrijven de ziekte bijvoorbeeld als een hyper-activatie van de waarschuwingssystemen die onze intuïtie ons biedt. Omdat we allemaal gemaakt zijn om te willen overleven, doen we zo goed mogelijk ons best om gevaren te vermijden. Als ons brein ons vertelt dat het gevaarlijk is om op de randjes tussen de stoeptegels te gaan staan, doen we dat dan ook niet.
Volgens professor Gad Saad zou dat bovendien ook verklaren waarom dwang verschillend is bij mannen en vrouwen. Zo zouden mannen meer angsten hebben die gebaseerd zijn op het verliezen van hun sociale status en vrouwen eerder smetvrees hebben, omdat we sowieso bepaald eten vermijden als we bijvoorbeeld zwanger zijn.
Dit vind je misschien ook interessant: Zo ontwikkel je een gezond lichaamsbeeld bij je kinderen (en bij jezelf)
Natuurlijk is de theorie geen verklaring voor het feit dat sommige mensen wel last hebben van OCD en andere niet, maar dat zou te maken kunnen hebben met je genen of verleden.
De gevolgen van dwang
Wie ooit het programma Levenslang met dwang heeft gezien, weet dat de gevolgen van de mentale ziekte behoorlijk groot kunnen zijn. Sommige mensen gaan bijvoorbeeld hun huis nooit uit omdat ze de buitenwereld ‘vies’ vinden, anderen zijn simpelweg uren bezig aan het telkens weer opnieuw opvouwen van kleding. Nogal een understatement om te zeggen dat je daar niet gelukkig van wordt.
Wat te doen als je OCD hebt
Iemand met OCD beseft vaak wel dat het obsessief gedrag betreft en dat zijn of haar gedrag een beetje vreemd is. Grote kans dat je wel weet of je simpelweg van een opgeruimde boekenkast houdt of weet dat het niet normaal is dat je elke dag je vijftig boeken afloopt om te controleren of ze er allemaal nog wel zijn.
Als je echt last hebt van je dwanghandelingen, is het goed om daarvoor hulp in te schakelen. Een psycholoog kan je misschien laten inzien waarom je je handelingen uitvoert, en hopelijk zelfs helpen om ermee te stoppen. De behandeling die voor de ziekte wordt gebruikt, bestaat vrijwel altijd uit exposure-therapie: simpelweg je handelingen niet uitvoeren en je realiseren dat dat ook gewoon mogelijk is.
Mocht je dus een lichte (maar wel vervelende) vorm van OCD hebben, dan zou je dat eventueel dus ook zelf kunnen proberen. Kijk daarbij bijvoorbeeld wel uit dat je de handeling niet simpelweg vervangt voor een andere, of deze gaat vermijden in plaats van ‘verkeerd’ uit te voeren. Lukt dat niet, trek dan op tijd aan de bel – het kan jaren duren om dwang te verminderen, dus hoe eerder, hoe beter.
Meer lezen over mentale ziektes?
- Zal een behandeling van depressie aanslaan? Dat laat je breinactiviteit zien
- Deze fotografen brengen mental health bijzonder in beeld
- Het leven voorbij (als de wil om te leven er niet meer is)