Noortje en haar gezin deden bijna al hun spullen weg en vertrokken naar Bali: ‘We wilden vrijheid’
Dat een mens veel minder spullen nodig heeft dan in eerste instantie wordt gedacht, ontdekte Noortje toen ze met haar jonge gezin naar Bali vertrok. De vrijheid lonkte al langer, maar pas na een heftige burn-out werd de knoop doorgehakt. Inmiddels leeft het gezin nog altijd minimalistisch en dat brengt zowel Noortje als haar man en kind veel inzichten.
Samen met haar man Michiel en tweejarige zoontje besloot Noortje ervoor te gaan. Ze ging niet alleen haar droom achterna, maar besefte ook dat een mens niet veel nodig heeft om gelukkig te zijn. Aan BEDROCK vertelt ze over die inzichten en haar hang naar vrijheid.
Noortje vertrok naar Bali om meer vrijheid te ervaren
“De wens om voor langere tijd naar het buitenland te gaan, sluimerde al langer. We gingen het liefst twee keer per jaar op reis en dan fantaseerden we er uitgebreid over. Daar bleef het echter bij; eenmaal thuis belandden we weer in het gangbare leven met twee fulltime banen en vaste contracten.
We leefden van weekend naar weekend en van vakantie naar vakantie. In 2012 begon de onrust weer. We wilden een wereldreis van een half jaar maken en in 2014 was het zover: we tikten alle landen op onze bucketlist in een recordtempo af, in de hoop dat deze reis alles zou veranderen. Bij terugkomst was alles hetzelfde, maar wij waren wel veranderd.
We voelden ons steeds minder thuis in ons Nederlandse leven. Ik liep een burn-out op, die was begonnen in Sri Lanka. Daar besefte ik hoe gelukkig mensen kunnen zijn met weinig spullen, terwijl ik ‘alles’ had en alsnog ongelukkig was.
De zoektocht naar geluk begon toen echt. Tegelijkertijd waren we bezig met ons eerste kindje. In plaats van dat het ons interne rust gaf, werd onze droom van emigreren alleen maar vuriger. We wilden ons leven voor de komende veertig jaar niet al vast hebben liggen. De realisatie van onze buitenlandwens drong door: als we het nu niet doen, doen we het nooit.”
Je hart volgen
“Toen we begonnen met ons oriënteren, keken we in eerste instantie naar Spanje. Dat leek ons qua afstand het makkelijkst, want zo waren we nog relatief dichtbij familie. Toen mijn broertje vroeg wat we diep in ons hart wilden, werd het echter duidelijk dat we droomden van Azië.
Tijdens onze reizen voelden we ons in Aziatische landen meteen thuis. De geuren, de chaos, de warmte, de natuur. Daar wilden we zijn.
Omdat emigreren met een baby intens is, zochten we naar een eiland waar we onszelf wel een jaar zagen zitten. Het werd Bali. Spullen werden verkocht en alles ging weg. De auto, de camper, onze hele inboedel, babyspullen die we bewaarden voor een ‘wat als’-situatie.
Wat overbleef waren onze reissouvenirs, foto’s, een paar babykleertjes en een stoel van Michiels opa. Het ruimde niet alleen ons huis op, maar ook ons hoofd. Ontspullen voelde bevrijdend.
Met slechts drie tassen vertrokken we naar Bali, ons zoontje was toen twee jaar oud. Hij zorgde voor welkome afleiding tijdens deze grote stap. Dankzij zijn komst hebben we onze langgekoesterde droom werkelijkheid gemaakt.”
Minder spullen, meer vrijheid
“Door minder spullen te bezitten, kreeg ik weer de leiding over mijn eigen leven. Ik zit nergens aan vast, kan met weinig heel veel en weet dat er overal een oplossing voor is. Je hoeft niet alles in huis te hebben voor ‘wat als’. Veel dingen die je nodig hebt kun je prima huren of lenen van buren. En ook voor spullen met een emotionele waarde bestaat een prima oplossing.
De emotionele waarde ervan zit namelijk niet in het item zelf, maar in de herinneringen ervan. Die mooie herinneringen kun je ook naar boven halen met foto’s. Ik vond het ook echt wel moeilijk om bepaalde spullen weg te doen, bijvoorbeeld de kinderwagen, de camper en spullen die ons huis zo gezellig hadden gemaakt al die jaren.
Maar met foto’s hoef je het item zelf niet meer te bewaren, de emoties zitten nu in het kiekje. Zo draag je het alsnog voor altijd met je mee en creëer je meer vrijheid om te gaan en staan waar je wilt.”
Hoe is het nu écht om fulltime in een busje te wonen? We vroegen het aan ‘vanlifer’ Anouk