Waarom het oké is niet (extreem) gelukkig te zijn met je werk
In een tijd waarin we opgroeien met het idee dat alles maakbaar is (zoals die droombaan, droomrelatie en het droomleven), krijgen we soms een gevoel opgelegd dat alles wel leuk móet zijn. De keuze is tegenwoordig immers reuze, dus waarom zou je dan kiezen voor een niet perfect bestaan? Toch blijkt er ook wat voor te zeggen om misschien helemaal niet super gelukkig te zijn met je werk. Tenminste als je kijkt naar de output van je werk, aldus dit nieuwe onderzoek.
Die droombaan lijkt dus misschien toch een beetje overrated…
Een gelukkige werknemer = een gezond bedrijf
Een drive hebben voor je werk of met je passie geld kunnen verdienen, is natuurlijk een droom. Zo voelt je werk niet alsof het moet en heb je over het algemeen plezier in je werk. Je doet het omdat je het wil, de wereld wil verbeteren of écht staat achter wat je doet. De dagen voelen dan niet lang en zwaar, maar je voelt je juist gemotiveerd om te doen wat je doet. Dáár streven we allemaal naar, toch?
Ook (lees: juist) voor werkgevers is het belangrijk om voor een gezond ecosysteem op de werkvloer te zorgen, zodat werknemers zich gezien voelen en zich bovendien op de juiste plek voelen. Weinig dingen zijn immers zo erg als ergens moeten zijn waar je eigenlijk niet wil zijn en waarvoor je ook nog eens niet gewaardeerd wordt. Daar word je over het algemeen geen gelukkiger persoon van én ook geen betere werknemer. Toch blijkt dat laatste niet helemaal te kloppen, aldus een recentelijk onderzoek (2013) dat werd uitgevoerd door de Universiteit van Colorado.
Of je ook écht gelukkig bent met je werk of dat je het vooral doet om brood op de plank te krijgen, zou onderaan de streep niet veel verschil hoeven te maken. Tenminste, als we kijken naar de uitkomst van het werk van de werknemers, aldus de studie. Hoe zit dat?
6 tips om reizen en werken succesvol te combineren (op de lange termijn)
Of toch niet?
Natuurlijk, mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn om hun werk zo goed mogelijk uit te oefenen, zullen vaak goed presteren en hun best doen andere (óók gemotiveerden) te helpen, zo bleek. Alleen is het net zo goed zaak om ruimte te laten voor verschillende soorten werknemers, meent één van de onderzoekers Mijeong Kwon uit Zuid-Korea. Zet je als bedrijf enkel in op werknemers die ontzettend gemotiveerd zijn om te werken, dan laat je daarmee juist weinig ruimte over diversiteit, inclusiviteit en gelijkheid.
En dat is niet eerlijk, want niet iedereen heeft namelijk dezelfde kansen gehad om de carrière te kiezen die hij of zij misschien wilde. Dat heeft immers ook te maken met de sociale klasse waarin iemand is opgegroeid en welke kansen diegene heeft gekregen. Kon je naar een goede school en een vervolgopleiding volgen, dan heb je het privilege gehad om je werkomgeving min of meer uit te kunnen zoeken. Je baan of werk kunnen dan inderdaad voor zingeving zorgen en daarmee dat je gemotiveerd bent op je werk.
Iedereen heeft een andere reden om te werken
Ben je echter in een omgeving opgegroeid waar geld een grote stressfactor was, dan is werk waarschijnlijk eerder een manier om te overleven dan om zingeving uit je leven te halen. Dan zijn er andere dingen waarover je je druk maakt, en komt werkplezier niet bovenaan die lijst te staan. Een werknemer enkel op motivatie beoordelen, is daarom dan ook geen slim idee, meent Kwon.
Iedereen heeft uiteindelijk verschillende motivaties om te werken, en die kunnen stuk voor stuk bijdragen aan de prestaties voor een bedrijf. Ongeacht hoe gelukkig je bent met je werk, zijn jouw prestaties uiteindelijk wat meetelt voor de output van jouw werk. En niet zozeer hoeveel werkplezier jij ervan ervaart.
Werken voor je passie (let op!)
Bovendien kan een passie hebben voor je werk hebben zelfs een valkuil zijn in sommige gevallen als je werkgever daarvan op de hoogte is. Wie werkt om zijn passie te kunnen vervullen, zal immers sneller geneigd zijn om ‘leuk’ werk te doen voor minder geld. En daar wordt door werkgevers soms dan ook flink gebruik gemaakt in salarisonderhandelingen bijvoorbeeld. Voor dit fenomeen is zelfs een heus woord, het wordt passie-exploitatie genoemd.
Goede voorbeelden zijn werken in het onderwijs, de zorg, de kunstsector en de journalistiek. Alleen het werk zelf zorgt vaak al voor genoeg voldoening voor de mensen die in deze sectoren werken. Natuurlijk kun je ook én gemotiveerd zijn om te werken én om geld te verdienen om je gezin te onderhouden, maar alleen je werkgeluk is dus zeker niet het belangrijkste, aldus deze studie.
Kwons tip? Je werkgever niet te al te veel laten doorschemeren dat je het werk enkel doet vanuit passie! Zo kun je je passie uitvoeren en daar ook eerlijk voor worden beloond worden.
Minder werken voor hetzelfde geld? Deze Nederlandse bedrijven doen aan een vierdaagse werkweek