Wat zijn nu eigenlijk de nadelen van stikstof op het milieu?
Het zal je vast niet ontgaan zijn op het nieuws; boeren zijn in protest tegen het stikstofbeleid van de overheid. Op sommige plekken zullen stallen moeten krimpen en de veestapel zal naar verwachting met 30 procent krimpen om de uitstoot van stikstof te verminderen. Waarom is het beleid zo tegen de uitstoot van stikstof?
We delen wat nu eigenlijk de nadelen van stikstof op het milieu en waarom het belangrijk is dat we daar nú iets aan doen.
Wat is stikstof eigenlijk?
Stikstof, ook wel N2, is een reuk- en kleurloos gas dat overal om je heen is. Het is zelfs zo dat bijna 80 procent van alle lucht uit stikstof bestaan. Stikstof is op zichzelf dus niet schadelijk voor het milieu en ons als mens. Maar de verbinding van stikstof met andere stoffen zijn wel schadelijk. Dit zijn stikstofoxiden en ammoniak.
Stikstofoxiden komen in de lucht door uitlaatgassen en de uitstoot van de industrie. Ammoniak komt veelal door de dieren in de veeteelt. Boeren gebruiken mest van dieren en kunstmest om het land te bemesten. Een deel daarvan verdampt als ammoniak en komt zo in de lucht terecht.
Nadelen van stikstof op het milieu
Stikstofoxiden en ammoniak reageren met andere deeltjes waardoor er fijnstof wordt gevormd. Dit fijnstof kan mijlenver met de wind meegevoerd worden voordat het ergens neerkomt. Een deel waait de grens over maar het kan ook in Nederland in het water of de bodem terecht komen.
Dit inademen, is slecht voor onze gezondheid. Als je dichtbij een bron woont, kan je door dit fijnstof last krijgen van je luchtwegen. Helemaal als je last hebt van een chronische ziekte zoals COPD of astma. Lange blootstelling aan stikstof kan op lange termijn hart-en vaatziekten veroorzaken.
Hoewel stikstof onmisbaar is voor de natuur, is te veel stikstof in de bodem wel alarmerend. Er zijn planten die van stikstof houden, zoals bramen, gras en brandnetels, waardoor ze sneller groeien. Is dit een probleem?
Gevaar voor insecten (en dus het ecosysteem)
Jazeker, omdat ze hiermee andere planten overwoekeren die minder stikstof nodig hebben (heide, maar ook zeldzame planten). Hierdoor verdwijnen planten dus, maar het heeft nog een veel groter gevolg: ook insecten en vlinders die op de planten leven, kunnen zo niet overleven.
Minder planten- en diersoorten
Voor het milieu is stikstof een probleem omdat het zorgt voor minder plant- en diersoorten. Hierdoor raakt het ecosysteem verstoord. Maar ook in het water kan teveel stikstof een probleem zijn. In meren en plassen zorgt het bijvoorbeeld voor algengroei waardoor er minder zuurstof in het water komt, hierdoor kunnen vissen en waterplanten niet overleven.
Daarnaast kan de grond verzuren door te veel stikstof. Een zure bodem kan minder goed magnesium, calcium en kalk vasthouden. Dit zijn tegelijkertijd weer voedingsstoffen voor planten maar ook voor dieren die hiervan leven. Koolmezen bijvoorbeeld, hebben zwakkere botten in gebieden waar weinig kalk in hun voedsel zit.
Het stikstofprobleem in Nederland
Een teveel aan stikstof is dus een probleem, als we kijken naar het leefbaar houden van de planeet. Wat nogal essentieel is voor de mens. Het teveel aan stikstof is al helemaal in Nederland een probleem, omdat de ruimte hier zo beperkt is. Binnen Europa zijn er afspraken gemaakt om de natuur te beschermen maar hier liggen natuurgebieden en landbouw dicht bij elkaar.
Echter moet Nederland zich wel aan de Europese regelgeving houden. In mei 2019 oordeelde de Raad van State dat Nederland met de huidige maatregelen niet genoeg doet om onze natuur schoon te houden, er komt te veel stikstof in terecht.
Door dit probleem maken veel boeren zich zorgen over de toekomst van de landbouw.
Wat kan jij doen?
Dit is niet alleen een probleem van de boeren en de regering. Ook jij kan er iets aan doen om de hoeveelheid aan stikstof terug te draaien. Je kan bijvoorbeeld vaker de fiets pakken in plaats van de auto. Daarnaast helpt het ook om langzamer te rijden, 100 in plaats van 130.
Dit zorgt al voor 20 procent minder stikstofuitstoot. Ook kan je meer plantaardig gaan eten zodat er minder intensieve veehouderij nodig is.