Waarom het zo moeilijk is om vegetariër te worden
Zitten is het nieuwe roken, maar langzamerhand wordt vleesconsumptie dat ook. Vlees is slecht voor het milieu en je gezondheid en natuurlijk ook niet diervriendelijk, wordt ons van alle kanten verteld. Steeds meer mensen kennen de redenen om vegetariër te worden, maar waarom blijven velen dan toch vlees eten? Als je deze vraag aan de gemiddelde vleeseter stelt, krijg je waarschijnlijk een antwoord als ‘bacon is gewoon heel lekker’. Of misschien geeft iemand aan dat we dat al eeuwenlang doen als mens. Toch zit er veel meer achter het eten van vlees.
Cognitieve dissonantie
Eén van de voornaamste redenen dat veel mensen geen vegetariër worden, is het psychologische effect genaamd cognitieve dissonantie. Carol Tavris, auteur van Er zijn fouten gemaakt (maar niet door mij), legt uit: ‘Cognitieve dissonantie is het ongemakkelijke gevoel dat we hebben als iets wat we geloven of hopen wordt tegengesproken door de feiten, of als ons gedrag niet overeenkomt met het positieve beeld dat we van onszelf hebben. Of als we twee verschillende ideeën hebben die elkaar wederzijds uitsluiten.’
‘Dissonerende cognities zijn ‘stukjes kennis’ of ‘stukjes bewustzijn’ die wrijving veroorzaken doordat ze elkaar tegenspreken. Elke roker kent dat gevoel. Je rookt, maar je weet dat je eraan dood kunt gaan. Dat veroorzaakt een ongelukkig gevoel, dus je moet deze dissonantie proberen op te lossen. Dat doe je door het bewijs dat roken dodelijk kan zijn te verzachten of te negeren, of anders moet je stoppen met roken.’
Dit vind je vast ook interesant: Dit gebeurt er met je lichaam en de wereld als je stopt met vlees eten.
Vervreemd van vlees
Behalve bij roken, treedt dit effect dus ook op bij het eten van vlees. Aan de ene kant vind je vlees lekker, aan de andere kant wil je niet dat dieren lijden voor jouw eten. Deze tegenstrijdige stukjes kennis worden heel sterk ondersteund door het uiterlijk van vlees. Als je een plakje worst ziet met een berengezichtje erop, wordt het moeilijk om je voor te stellen dat daar een (niet meer zo) levend wezen achter zit.
Eigenlijk zijn we dus best wel vervreemd van de werkelijkheid achter vlees. We noemen het bijvoorbeeld ook ‘rundvlees’ en niet ‘dode koe’, terwijl het dat feitelijk gezien natuurlijk wel gewoon is. En ook zien we nooit de vacht van de dieren of de ogen. Hierdoor kunnen we ons makkelijk distantiëren van de cognitieve dissonantie rondom vlees. Een logische reden waarom sommigen mensen maar geen vegetariër kunnen worden, terwijl zij dat misschien wel willen.
Onzichtbare ideologie
Behalve dat er op individueel vlak al snel cognitieve dissonantie optreedt, ondersteunt ook een groot deel van de westerse maatschappij het idee van vlees eten. Er is op dit vlak een onzichtbare ideologie, die Dr. Melanie Joy ‘carnisme’ noemt. In haar bekende TED-talk legt ze uit hoe dit precies werkt.
‘Carnisme is een dominante ideologie, wat betekent dat het zo diepgeworteld in een maatschappij zit dat het wordt gezien als hoe het altijd gaat’, vertelt Joy. ‘Dat het fenomeen niet wordt opgepikt, betekent niet dat het niet bestaat. Zo was racisme heel lang niet erkend als een probleem in de geschiedenis, maar dat betekent niet dat het niet bestaat. Carnisme bestaat al zo lang, dat het compleet voor lief wordt genomen.’
Niet gek dus, dat het voor sommigen zo moeilijk is om vegetariër te worden: onze hele maatschappij is erop ingericht. Zelfs als de conitieve dissonantie wel ongemakkelijkheid veroorzaakt, dan worden je van alle kanten dingen aangereikt om dat weer goed te praten. Het goede nieuws is wel dat er steeds meer vegetariërs komen, dus wie weet gaat het ooit veranderen – dat hopen we dan maar.