Hoeveel vriendschappen kun je écht onderhouden? Dit zegt een bekende psycholoog
Sluit je een nieuwe vriendschap, dan is de kans groot dat een oude vriendschap verwatert. Een mens kan immers niet oneindig veel banden onderhouden. Dat heeft niets te maken met een kwestie van willen, maar wel met een kwestie van ruime in zowel agenda als hoofd. Hoeveel vriendschappen je dan ongeveer kunt onderhouden? In 1990 liet psycholoog en antropoloog Robin Dunbar er een theorie op los.
Dunbar’s nummer werd vernoemd naar Robin Dunbar, een Engelse psycholoog en antropoloog. Hij kwam namelijk voor het eerst met een theorie die laat zien hoeveel hechte banden een mens kan hebben. Daarbij gaat hij uit van gemiddelde cijfers: een extravert persoon ligt hoger dan het gemiddelde, een introvert persoon lager.
Dunbar’s nummer
De psycholoog en antropoloog legt zijn theorie zelf als volgt uit: “Dunbar’s nummer is het aantal belangrijke en zinvolle relaties die je op elk punt van je leven kan hebben. Daarbij horen zowel vrienden als verre familieleden.” Het ultieme gemiddelde ligt volgens Dunbar op honderdvijftig.
Dat klinkt misschien als een hoog aantal, maar daar horen veel mensen bij. Dunbar legt het uit als de groep mensen die naar je bruiloft of begrafenis komen. Verre familieleden, collega’s, vrienden van vrienden, teamgenoten van de sportclub: tel je al die mensen bij elkaar op, dan kom je al snel aan dat gemiddelde aantal.
De psycholoog deed hier in 1990 uitgebreid onderzoek naar. Hij vroeg duizenden mensen naar hun relaties met andere mensen en liet ze al hun contacten opdelen in groepen. Daarbij hield hij rekening met de frequentie van contactmomenten, maar ook met de emotionele band die zijn proefpersonen met hun connecties hadden.
Naast de groep van honderdvijftig creëerde Dunbar ook drie grotere groepen: volgens zijn theorie kan een mens vijfhonderd kennissen hebben, vijftienhonderd mensen bij naam kennen en vijfduizend mensen van gezicht herkennen.
Hoeveel vriendschappen kun je onderhouden volgens Dunbar?
Het getal van honderdvijftig is de eerste groep die Dunbar als ‘vrienden‘ bestempelt. De mensen die naar je bruiloft zouden komen, zijn echter niet allemaal mensen met wie je regelmatig contact hebt. Daarom maakt hij de groepen nog kleiner: een mens kan volgens Dunbar vijftig goede vrienden hebben. Dit zijn de connecties die je uitnodigt voor je verjaardag of voor een zomerse BBQ.
Daarna volgen beste vrienden; dat zijn volgens Dunbars omschrijving de vrienden bij wie je je kinderen durft achter te laten. Het zijn de mensen die je belt als je op een doordeweekse avond zin hebt om iets spontaan te doen en de mensen die je geheimen kennen. Van dit soort vriendschap kan een mens er gemiddeld vijftien onderhouden.
Heb je het echter over de meest hechte en intieme vorm van vriendschap, dan komt het getal nog wat lager uit. In de kleinste cirkel plaatst de antropoloog mensen die alles laten vallen om er voor jou te zijn; de mensen die je per direct opbelt wanneer je iets ernstigs overkomt en de mensen die werkelijk alles van je weten.
Van deze intieme vriendschappen kun je er volgens Dunbars theorie vijf onderhouden. De psycholoog geeft daarbij wel een kanttekening: meer kan altijd, maar minder ook. Als je slechts twee of drie vrienden als jouw binnenste kring ziet, kun je net zo gelukkig zijn als met meer.
7 manieren om hechte vriendschappen te ontwikkelen (en ze te behouden)