Dit is het verschil tussen fat shaming en thin shaming (ja, dat is er écht)
‘Zou je dat wel eten? Kijk, ze hebben ook een gezondere variant.’ ‘Zou je niet wat meer eten? Mannen houden van wat vlees op de botten!’ Het moge duidelijk zijn: als het om uiterlijk gaat, doen we het nooit goed. We zijn te lang, we zijn te kort, hebben te grote borsten, te kleine borsten, zijn te dik of te dun. Maar hoewel zowel fat shaming als thin shaming heel kwetsend kunnen zijn voor de persoon op wie de opmerkingen gericht zijn, is er wel degelijk een verschil.
We leggen je de basics uit – en vertellen je maar al te graag wat er moet gebeuren om deze stigmatisering de wereld uit te werken.
Fat shaming vs. thin shaming
In het eerste opzicht lijken fat shaming en thin shaming erg op elkaar. Beide zijn er immers op gericht om iemands lichaamsvorm of -omvang te bekritiseren of belachelijk te maken, en daarmee indirect hem/haar/hen als persoon negatief te beoordelen. Aan zowel fat shaming and thin shaming liggen dan ook ideeën ten grondslag die de vorm van je lichaam verbinden aan hoeveel je waard bent. Denk aan:
- Als je een ‘goed lichaam’ hebt, zien mogelijke partners te staan, dus ben je iets waard.
- Als je een ‘goed lichaam’ hebt, staan alle kleren je goed, dus ben je iets waard.
- Als je een ‘goed lichaam’ hebt, zul je wel een gezonde levensstijl hebben, dus ben je iets waard.
Op individueel niveau kunnen we dan ook zeggen dat fat shaming en thin shaming redelijk vergelijkbaar zijn – en toch zijn ze niet hetzelfde. Dat komt vooral doordat fat shaming onderdeel is van de maatschappijbrede onderdrukking van dikke mensen. Oftewel: het ‘shamen’ van dikke mensen is systematisch.
Fat shaming en onderdrukking
Met ‘systematische onderdrukking’ bedoelen we in feite het consequent minder waarderen van dikke mensen dan dunne mensen. Waar thin shaming op individueel niveau gebeurt, is fat shaming collectief. Als je een dun iemand bent die een negatieve opmerking krijgt, relateer je dat ongetwijfeld aan wat van je eigen onzekerheden over het niet hebben van een kont en borsten. Als je een dik iemand bent die een negatieve opmerking krijgt, is dat onderdeel van een veel groter geheel dat jou systematisch achterstelt.
Dat gebeurt op heel veel manieren, van subtiel en onbewust tot overduidelijk:
Als dikke mensen met een pijnlijke knie naar de dokter gaan, wordt ze meestal eerst verteld om af te vallen, voor de klachten serieus worden genomen. Veel stoelen zijn niet gemaakt voor heel dikke mensen. Er wordt gesproken van een ‘obesitasepidemie’, alsof dikke mensen de grootste bedreiging in de samenleving zijn. Maten in de meeste kledingwinkels gaan niet hoger dan (X)L. Dikke mensen worden vaker neerbuigend aangekeken dan dunne mensen als ze fastfood eten – en ga zo maar door.
Body neutrality kan je gelukkiger maken – maar wat is het precies?
Oftewel: dunne mensen worden over het algemeen niet als groep verafschuwd, en dikke mensen wel. Dat neemt natuurlijk niet weg dat thin shaming en fat shaming beide ontzettend naar, kwetsend en onnodig zijn – en dat we er zo snel mogelijk mee moeten stoppen.
Is body positivity de oplossing?
#bodypositivity lijkt een goede oplossing te zijn om alle externe kritiek die we over ons lichaam krijgen, te compenseren. Immers: als we zelf van ons lichaam houden, maakt het niet meer uit wat anderen denken. Toch?
In het geval van thin shaming zou dat inderdaad zo kunnen zijn. Als je van je lichaam leert houden en de opmerkingen daardoor geen pijn meer doen, is het probleem grotendeels opgelost. Natuurlijk zijn er dan nog steeds onrealistische schoonheidsidealen, maar daar heb jij weinig mee te maken.
Megan Jayne Crabbe over body positivity: “Jij hebt de wereld meer te bieden dan een platte buik”
Als je dik bent, gaat het een stuk minder makkelijk. Als je van je eigen lichaam houdt, gaat de dokter je niet ineens serieuzer nemen. Als je van je eigen lichaam houdt, verdwijnt je nadeel in sollicitatiegesprekken niet ineens. Als je van je lichaam houdt, is er nog steeds een verandering van het systeem nodig. Het is niet genoeg om fat shaming individueel op te lossen; we moeten maatschappijbreed van alle stereotyperingen af.
Dus ja, thin shaming en fat shaming zijn allebei zwaar klote. Maar die laatste heeft diepere wortels, en dus gaat het meer moeite kosten om die te ontwortelen. Zoals André van Duin zou zeggen: ‘Scheppen klaar? Scheppen maar!’