Dit nieuwe huidverzorgingsmerk redt het regenwoud in plaats van het te verwoesten
Iedere twee seconden wordt er een voetbalveld aan regenwoud vernietigd, en regelmatig vervangen met een monocultuurplantage. Doodzonde natuurlijk, en zéker als het regenwoud ons kan bieden wat we nodig hebben. Met Fat Forest willen Fleur Schraven en Alexandra Vosmaer laten zien dat het ook anders kan. Voor het nieuwe huidverzorgingsmerk gebruiken ze alleen maar pure ingrediënten uit het regenwoud.
Op het eerste gezicht lijkt dat misschien een beetje tegenstrijdig, het regenwoud beschermen door producten uit het bos te halen. Toch is dit de ideale manier om ontbossing tegen te gaan en te kunnen genieten van een duurzaam alternatief voor skincare. We bellen met Alexandra over hoe dat precies zit.
Orang-oetans redden
Zo lang als ze zich kan herinneren heeft Alexandra al een passie voor apen en zet ze zich voor orang-oetans in. “Als klein meisje ging ik al langs de deuren om geld op te halen voor apen”, vertelt ze aan de telefoon. Acht jaar geleden vertrok ze daarom met haar vriend Dirk-jan naar Indonesië. Daar werkte ze jarenlang in een orang-oetan rescue centrum op Borneo, een jeugddroom die uitkwam.
Maar ondertussen bleef het leefgebied van de apen die het orang-oetan centrum redde en verzorgde in rap tempo afnemen. In de afgelopen 50 jaar is meer dan de helft van hun leefomgeving verdwenen en vervangen door palmolieplantages. “Ik heb nog steeds dezelfde missie: de orang-oetangs redden”, zegt ze. “Maar ik focus me nu op het behoud van hun leefgebied, het regenwoud.”
Het grootste probleem is dat de lokale bevolking vaak moeite heeft met rondkomen en daarom geen andere keuze heeft dan het land te verkopen aan bedrijven die het regenwoud kappen om er bijvoorbeeld palmolieplantages van te maken.
Illipe noot
Dirk-jan en Alexandra gingen daarom op zoek naar een manier om de lokale mensen te helpen. Hoe zouden die geld kunnen verdienen door het regenwoud, en niet door het land (zonder het regenwoud) waarop zich dat bevindt? De oplossing kwam van de lokale bevolking zelf.
Zij vertelden aan Dirk-jan en Alexandra dat de illipe noot zomaar voor het oprapen ligt in het regenwoud. Letterlijk: de noot valt uit de boom als hij rijp is, je hoeft geen land aan te tasten.
“De illipe noot kan je persen om er boter van te maken”, vertelt Alexandra. “We ontdekten dat dit heel geschikt bleek te zijn voor cosmeticaproducten.” De illipe noot heeft namelijk zeer hoge vochtinbrengende en verzachtende eigenschappen. Voor Alexandra en Dirk-jan was het gebruik van deze noot in plaats van palmolie dan ook een no brainer. Wel een zachte huid, maar geen ontbossing. Daar tekent iedereen voor, toch?
https://www.bedrock.nl/vegan-nation-amazone/
Dirk-jan bouwde samen met een vriend uit Nederland en de lokale mensen een fabriek waarin de illipe noot geperst kan worden. “Het idee was dat anderen de boter voor hun producten konden afnemen”, vertelt Alexandra. “Lush is bijvoorbeeld één van de merken die de illipe boter van de fabriek gebruikt voor hun producten. Maar veel cosmeticaproducenten uit het westen zijn niet bekend met de boter en durven het daarom niet aan. Er heerst nog steeds vaak de gedachte dat palmolievrije producten maken niet mogelijk is.”
Het huidverzorgingsmerk Fat Forest
Ze besloten daarom zélf een huidverzorgingsmerk op te zetten, samen met Fleur Schraven, Fat Forest. Een merk dat het regenwoud niet verwoest, maar juist beschermt. “We willen laten zien dat het wel mogelijk is om goede producten vrij van palmolie te maken”, legt ze uit. “Hopelijk inspireren we andere cosmeticaproducenten en zien ze in hoe goed de illipe noot is.” En tegelijkertijd geeft het de lokale mensen een inkomen en daarmee een reden om het bos te beschermen en niet te hoeven kappen of verkopen. Keeping it wild.
In de afgelopen periode ontwikkelden ze twee huidverzorgingsproducten waarbij de illipe boter qua ingrediënten de ster is. De bodycrème en skin bar zijn dierproefvrij, palmolievrij, bevatten geen microplastics én bestaan voor 100 procent uit natuurlijke ingrediënten.
Enthousiast geworden? Je kunt de producten nu pre-orderen via de crowdfunding van Fat Forest. Met de aankoop van een skin bar help je bijvoorbeeld mee om 75 m2 aan regenwoud op Borneo te behouden.
“Met een crowdfunding kunnen we testen of mensen daadwerkelijk op ons product zitten te wachten”, legt Alexandra uit. “Als we het vooral zelf een goed idee vinden en niemand is het daarmee eens, is het zonde om er veel geld in te investeren. Bovendien kan je met een crowdfunding campagne veel promotie genereren. Je creëert als het ware een movement met mensen die zich verbonden voelen met het merk. Iedereen kan zo een Wild Keeper worden.”
De eerste batch producten komt er sowieso: inmiddels heeft de crowdfunding hun minimale investering van €25.000 opgehaald. “We gaan door tot de €100.000, hoe meer producten, hoe beter natuurlijk”, zegt ze.
Meer bijzondere producten maken uit het regenwoud
Ondertussen onderzoeken Alexandra en Dirk-jan wat er nog meer voor mogelijkheden zijn. De illipe noot is namelijk niet het enige bijzondere product in het bos. “We willen dat het regenwoud per hectare bos zoveel mogelijk oplevert voor de lokale bevolking, zonder het aan te tasten”, zegt ze. “Een volgende optie is bijvoorbeeld om de de kukui noot te gebruiken voor bijvoorbeeld haarproducten.”
Alexandra’s missie is veel breder dan alleen andere merken inspireren om ook de illipe noot te gebruiken. Ze hoopt met Fat Forest te laten inzien dat er ook een andere manier van denken en werken is.
“Kijken naar wat het staande je te bieden heeft en deze producten te gebruiken in plaats van de natuur te verwoesten”, legt ze uit. “Fat Forest laat zien dat het mogelijk is. Uiteindelijk brengt het land op deze manier veel meer op dan als je er een monocultuurplantage van zou maken.”
https://www.bedrock.nl/donald-trump-regenwoud-indonesie/