“Maar je ziet er helemaal niet uit als iemand met een eetstoornis”
Je ziet een meisje lopen op straat. Dunne benen, dunne armen… het woord ‘anorexiapatiënt’ komt in je op, tot je haar de snackbar in ziet stappen. Dan zal het wel meevallen met die eetstoornis. Er komt een ander meisje dezelfde snackbar uit, significant dikker. Dat is ook niet zo gek, denk je, als je elke dag friet eet. Je loopt door zonder er verder aandacht aan te besteden.
Er gaan natuurlijk allerlei dingen mis in dit voorbeeld. Je kunt niet zomaar aannemen dat dunne mensen anorexia hebben, en al helemaal niet dat het niet zo is als ze iets eten. Je kunt niet zelf beslissen waar mensen hun figuur aan te danken hebben, of ze daar überhaupt invloed op hebben.
Kortom, je kunt geen aannames doen over hoe mensen eten en denken over eten – maar dat gebeurt wel. En hoewel het lang niet altijd zo extreem gebeurt (en mensen hopelijk niet eens meer aan het woord ‘anorexiapatiënt’ denken), zijn er nog een heleboel vooroordelen over eetstoornissen.
Dit vind je vast ook interessant: Desirée had een eetstoornis: “Anorexia lijkt soms iets wat je even twee weken kunt uitproberen”
Vandaag begint de Eating Disorders Awareness Week, die bedoeld is om meer bewustzijn te creëren rondom eetstoornissen. Wil laten zien dat het serieuze (en gevaarlijke!) psychische problemen zijn, niet zomaar meisjes die dun willen zijn omdat dat mooi is. Dat iedereen een eetstoornis kan krijgen, niet alleen jonge witte meisjes maar ook oudere vrouwen, jongens en mannen, mensen uit allerlei omgevingen. Kortom, eetstoornissen nemen niet altijd dezelfde vorm aan.
Verschillende soorten eetstoornissen
Neem nou de verscheidenheid aan verschillende eetstoornissen die er is. De bekendste – en ook meest geromantiseerde – vorm is Anorexia Nervosa. Mensen met anorexia zijn geobsedeerd door alles wat met gewicht en eten te maken heeft; doordat ze weinig eten verliezen ze vaak veel gewicht. Vaak, hoewel lang niet altijd (er bestaat ook weer atypische anorexia), zie je dat op een gegeven moment dan ook aan het uiterlijk.
Dat ligt al heel anders bij Boulimia Nervosa Ook dat is een eetstoornis waarbij mensen bang zijn om aan te komen en het liefst zo min mogelijk eten. Echter hebben ze ook erge eetbuiten, met een extreem gevoel van controleverlies. Ze eten dan wel ongezond voedsel, maar genieten er niet van. Het eten proberen ze daarna kwijt te raken door over te geven, laxeermiddelen te gebruiken of te vasten. Maar niemand die dat merkt, want: diegene is toch niet dun, dus die keer lunch skippen is vast niet zo erg. Mensen met boulimia hebben vaak een normaal gewicht of licht overgewicht.
Daarnaast is er nog BED: Binge Eating Disorder. Dat is een stoornis met eenzelfde soort eetbuien, alleen worden die niet gecompenseerd. Daardoor hebben mensen met BED vaak wel overgewicht. Tot slot is er de meest voorkomende eetstoornis: NAO (Niet Anders Omschreven). Je hebt dan last van meerdere symptomen van een bepaalde eerder genoemde stoornis, maar niet allemaal, waardoor je de ‘officiële diagnose niet kunt krijgen’. Toch ben je obsessies bezig met (niet) eten en is je eetpatroon niet normaal.
Dit wil je misschien ook lezen: Orthorexia: wanneer een gezonde levensstijl een ziekelijke obsessie wordt
Hoewel het woord ‘eetstoornis’ vaak een beeld oproept van extreem dunne meisjes, is anorexia (volgens centrum voor eetstoornissen Novarum) de minst voorkomende vorm: ongeveer 5600 mensen in Nederland lijden aan anorexia, tegenover 22.000 met boulimia en 160.000 met BED. Let wel dat een deel van die cijfers geschat is: mensen willen soms simpelweg geen hulp omdat ze dan niet meer kunnen afvallen. Anderen schamen zich voor hun eetstoornis, vooral als ze eetbuien hebben. Mensen met BED zouden bijvoorbeeld gemiddeld zo’n 16 jaar (!) wachten met hulp zoeken.
Een onzichtbare eetstoornis is ook een eetstoornis
Dat mensen met ‘onzichtbare eetstoornissen’ als boulimia en BED, en soms ook anorexia, er niet ‘uitzien als mensen met een eetstoornis’, betekent niet dat hun probleem minder erg is. Om te beginnen wordt niemand er gelukkig van om obsessief bezig te zijn met afvallen, om eten in te delen in goed en slecht, om zoveel schaamte te ervaren. Het is dus sowieso een aanslag op de mentale gezondheid, maar ook lichamelijk zijn andere eetstoornissen zeker niet minder erg. Langdurig gebruik van laxeermiddelen tast bijvoorbeeld de darm erg aan, en braken is slecht voor de slokdarm.
Een eetstoornis is een eetstoornis, of hij nu zichtbaar is of niet. Het gaat namelijk niet om het eten, maar om de controle, een laag zelfbeeld of ander achterliggend probleem. Je weet nooit of dat meisje met de kroket in de snackbar een tas heeft vol laxeermiddelen die haar ‘s nachts wakker laten liggen van de buikkramp, of die jongen met de burger niet de volgende maaltijd skipt en elke ochtend op de weegschaal staat. Mensen met mentale problemen zijn er nu eenmaal erg goed in het verbergen ervan – omdat ze nog lang niet sociaal geaccepteerd zijn. En met (onder andere) de Eating Disorders Awareness Week kunnen we daar iets aan doen.
Want je kunt het niet weten, maar je moet het in ieder geval ook nooit veroordelen. Niet denken dat mensen zelf voor hun stoornis gekozen hebben. Niet zeggen dat ze zich aanstellen als ze geen boterham met pindakaas aandurven, of dat ze zwak zijn als er vier pakken koekjes in een uur doorheen gaan. Want mensen kunnen alleen herstellen van een eetstoornis als ze zich daar niet meer voor hoeven te schamen.
Meer over mentale gezondheid:
- OCD, wat is dat eigenlijk? Dit moet je weten
- Een angststoornis kan je fysieke gezondheid op lange termijn beïnvloeden (dit is hoe)
- Maak jij psychische stoornissen belachelijk zonder dat je het doorhebt? (misschien op deze manieren)