Zo kunnen we een lokaal voedselsysteem opbouwen (en waarom we dat moeten willen)
Let jij weleens op de herkomst van je groenten als je in de supermarkt staat? En als je een enorme vrachtwagen van de Jumbo/Albert Heijn/enz. ziet rijden, denk je dan ook weleens: dit kan beter? Misschien niet, maar het kán wel beter. Door terug te gaan naar lokale voedselsystemen, bijvoorbeeld.
We hoeven je waarschijnlijk niet te vertellen dat ook de voedselindustrie nogal heeft geprofiteerd van de globalisering. Veel groente- en fruitsoorten zijn het hele jaar verkrijgbaar omdat ze worden geïmporteerd uit andere werelddelen; landen die zelf niet eens zoveel verdienen aan de productie van ons eten.
Heel anders dan vroeger, toen de lokale melkboer langs de deuren ging met zuivel en er markten waren voor andere, vaak zelfgemaakte, producten.
Wel wat moeite
Het lijkt onmogelijk om terug te gaan naar dat systeem, maar een lokaal voedselsysteem zou wel vele voordelen hebben. De meest voor de hand liggende is natuurlijk dat er veel minder energie nodig is voor het transport van producten.
Maar ook is het goed voor het bewustzijn van mensen als ze weten waar hun eten vandaan komt. Door het lokale aspect komt er bovendien meer een gemeenschapsgevoel, en een duurzamer lokaal economisch systeem. Oh ja, én het eten is natuurlijk verser.
Ook lezen: Vaker biologisch eten? Dit zijn een aantal redenen waarom je dat zou moeten doen
Maar is het nog mogelijk? Het antwoord is ja, maar we moeten er wel wat moeite voor doen. Het is niet zo realistisch dat mensen bereid zijn om alléén nog maar lokale producten te eten – nooit meer mango’s, nooit meer ananas…
Maar een combinatie van een lokaal en iets-minder-lokaal systeem is wel een goede optie. En met dat lokale systeem bedoel ik niet alleen de lokale markten en gemeenschapstuinen, maar een veel groter iets.
De hele keten
Er is wel een klein probleempje: onze huidige systemen zijn helemaal niet gemaakt voor zulke lokale activiteiten. In Amerika bijvoorbeeld wordt veel voedsel na de productie eerst ergens anders heen gebracht voor verwerking, vóór het terugkomt voor consumptie, legt ‘local food planner’ Brian Williams uit. Kortom: voor een lokaal voedselsysteem moeten we eerst weer leren om de hele keten terug te brengen naar één plek.
Lees ook: Hoe duurzaam is zeewier? (we nemen een duik in de zee)
Laten we bijvoorbeeld eens kijken naar de productie van vlees. Er zijn honderden kleine slachterijen in Nederland, maar feit blijft dat er ook heel veel boeren zijn die hun vlees verder weg brengen, naar een slachthuis waar duizenden dieren per dag worden geslacht. ‘Slachthuizen klinken dan wel niet zo mooi als boerenmarkten’, schrijft Williams, ‘ze zijn onvermijdelijk voor een goed lokaal voedselsysteem.’
Een goed netwerk
Naast betere voorzieningen, zijn er natuurlijk ook genoeg partijen nodig die mee willen werken. Aan de ene kant zijn dat lokale boeren: als zij samenwerken, hebben ze waarschijnlijk veel meer mogelijkheden (én ideeën) om een systeem op te zetten dat mensen het hele jaar van voldoende voedsel kan voorzien: zowel van groenten en fruit als van zuivel en vlees.
Aan de andere kant zijn er de afnemers. Dan heb ik het niet over individuele consumenten, maar over bijvoorbeeld grote instituties als scholen en ziekenhuizen. Zij bieden niet alleen een markt voor de lokale producten, maar hebben ook nog eens de macht om de zichtbaarheid van het systeem te vergroten.
Daartussenin zit de industrie waar we het net over hadden: de hele keten van voedselverwerking en distributie. Die partijen zijn onmisbaar om de aanbieders en afnemers met elkaar te verbinden.
Laat je niet tegenhouden
Naast bedrijven die bereid zijn mee te werken, moet er natuurlijk een goed plan komen. Hiervoor zijn mensen nodig die er verstand van hebben én die financiële ondersteuning kunnen bieden, zoals onderzoekers en bankieren. Alles staat of valt bij een goed netwerk. Vast staat dat er in ieder geval veel overlegd moet worden, maar dat is alleen maar een voordeel.
Klinkt als veel geregel? Ja, dat is het ook. Het is in ieder geval onmogelijk om het in je ééntje te doen, maar met een (steeds) grotere groep mensen moet je al heel ver komen. Iedereen heeft belangen bij een lokaal voedselsysteem, of dat nou op economisch, sociaal of ecologisch gebied is.
En laat je vooral niet tegenhouden door beleid, benadrukt Williams. ‘Als je tegen beleidsgrenzen aanloopt – en dat zal zeker gebeuren – dan heb je in ieder geval al een heel netwerk om voor verandering te lobbyen.’
Meer Bedrock
- Biologisch, fair trade of lokaal. Wanneer maak je de juiste keuzes?
- Don’t panic, it’s organic! Biologisch is toch ook altijd duurzaam?
- Hoe zo duurzaam mogelijk te eten zonder veganist te worden