Ik had stress. Heel veel stress. Toen kwam de diagnose: depressie
Op mijn achtendertigste, nu iets meer dan een jaar geleden, kreeg ik een depressie. En niet zo’n kleintje ook, maar een vrij ernstige. Ik gleed er heel langzaam in. Bijna ongemerkt. Het begon in het najaar van 2013. Ik had stress. Heel veel stress. Zoveel, dat ik alleen nog maar kon huilen. De tranen hielden niet op. Na een tijdje leek ik uitgehuild. Maar het ging niet beter, al zei ik nog zo vaak tegen mezelf dat alles heus wel weer goed zou komen, en zeiden anderen dat ook.
Terug naar 2011: dat jaar had ik een heel turbulent jaar. Ik ontmoette een nieuwe liefde en ging na 17 jaar weg bij mijn ex, de vader van mijn toen net 2 jaar oude zoontje. Ja, in die volgorde. En nee, daar ben ik niet trots op. Die keuze – ik was degene die wegging – zette mijn leven natuurlijk compleet op zijn kop, en dat van mijn zoon.
Maar mijn leven was eigenlijk al veel langer onrustig
Die onrust begon in 2009, toen Arjun (dat spreek je uit: ‘Ardjoen’) geboren werd. In februari, in het vroege voorjaar, werd ik voor het eerst moeder. In de zomer kochten we een huis. In de vroege herfst overleed de moeder van mijn ex. Vanaf dat moment had ik een in zichzelf gekeerde partner, die zijn hoofd nergens meer bij had.
Kinderen en jongeren zijn angstiger en depressiever dan ooit en dit is waarom
In de winter verhuisden we. Bijna alle dozen had ik in mijn eentje ingepakt. En per 1 januari 2010, was ik, na een jaar ontslagbescherming, mijn vaste baan als bureauredacteur bij een wetenschappelijke uitgeverij officieel kwijt.
Alle grote levensgebeurtenissen – een kind, een overlijden, een verhuizing, een ontslag – die een mens ongelofelijk veel stress kunnen geven, in krap één jaar.
Gelukzalige roes
Achteraf gezien een klein wonder dat ik toen niet al in een depressie ben geschoten. Maar ik had een superlieve baby op wie ik tot over mijn oren verliefd was. Ik droeg hem alle dagen dicht bij me in een draagdoek en zat op een roze wolk, in een gelukzalige roes, waardoor alle nare dingen gewoon niet binnenkwamen.
Dat gebeurde pas in de winter van 2013. Na een anderhalf jaar durende rollercoaster met hoge toppen van gierende verliefdheid en diepe dalen vanwege een zenuwslopende vechtscheiding, bevond ik me in rustiger vaarwater en begon mijn nieuwe leven zich langzaam uit te tekenen.
Benauwd gevoel
Daar zat ik dan. In mijn nieuwe huis. Ik woonde niet samen, dat vond ik, zo vers in een nieuwe relatie, not done. En wilde ik ook echt niet. De ene helft van de tijd was ik met mijn kind, de andere helft van de tijd moest ik hem missen en was ik met mijn nieuwe liefde of… alleen. En op die momenten miste ik hen allebei.
Depressieve mensen kunnen niet lachen (en 7 andere mythes over depressie)
Was dit hoe mijn leven er vanaf nu uit zou zien? Was dit wat ik voor ogen had gehad toen ik de deur van mijn oude leven achter me dichttrok? Wat me ook zwaar viel: nu moest ik het ineens allemaal zelf gaan doen. Voor mezelf zorgen, en voor mijn kind. Zoveel verantwoordelijkheid. Kon ik dat wel? Ik kreeg het er vaak benauwd van.
Eindeloos tobben
Na mijn ontslag was ik gaan freelancen. Ik werkte als freelance tekstschrijver en eindredacteur, dat deed ik al langer naast mijn vaste baan, maar nu dus helemaal. Dat ging goed. Een tijd lang verkeerde ik in de luie luxepositie dat ik werk zat had en overal wel voor gevraagd werd. Tot mijn werk en opdrachtgevers ineens terugliepen, en daarmee mijn inkomsten.
Toen de opdrachten niet meer binnenstroomden, wist ik niet goed hoe ik dat moest ondervangen. Ik had nog nooit met mezelf hoeven leuren. Ik kon niet bedenken wat ik moest doen, en had ook ineens veel te veel tijd om daar eindeloos over te tobben.
Ik begon me grote zorgen te maken. Over geld, over de toekomst. Dat gaf veel spanningen. In mijzelf, in mijn relatie. Ik sliep niet meer en de spanningen stapelden zich op. Toen mijn nieuwe liefde een time out aankondigde, was dat de spreekwoordelijke druppel. Ik gleed langzaam af in een diepe depressie…
Magic Medicine op Netflix onderzoekt paddo’s als behandelvorm bij depressie