De natuur verkleint de kans op een depressie (en slechts 30 minuten per dag is genoeg)
Het grootste deel van de tijd zitten we binnen. Zonde, want de buitenlucht doet je goed: of je nu een wandeling maakt, in het park gaat zitten of de hond uitlaat in het bos. Uit een onderzoek gepubliceerd in Scientific Reports blijkt dat een half uurtje in de natuur de kans op een depressie kan verkleinen. De onderzoekers analyseerden gegevens van 1538 inwoners van de stad Brisbane in Australië. De inwoners werden gevraagd naar hun wekelijkse gewoonten wat betreft natuur en beweging, en werden beoordeeld op hun geestelijke en lichamelijke gezondheid.
De gewoontes van de deelnemers met betrekking tot de natuur werden gemeten door drie factoren: de gemiddelde frequentie van bezoeken aan de natuur gedurende een jaar; de gemiddelde duur van bezoeken aan de natuur per week; en de hoeveelheid natuur op deze plekken – gemeten aan de hand van de hoeveelheid en de complexiteit van het groen op die plek.
Test op depressie, angst of stress
De gezondheid van de groep werd gemeten aan de hand van een gestandaardiseerde test die depressie, angst of stress vaststelt. Daarbij werd of iemand een behandeling voor een hoge bloeddruk is ondergaan meegenomen. De individuele perceptie van sociale cohesie – de samenhang tussen mensen in een gemeenschap – werd bepaald door middel van antwoorden op een enquête.
Yay to nature!
Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat mensen die regelmatig lange bezoeken brachten aan de natuur, een kleinere kans hadden op een depressie en een hoge bloeddruk. Daarnaast hadden deze mensen een groter gevoel van sociale cohesie.
Tijd om die computer af te sluiten en naar buiten te gaan!
De natuur is prachtig mooi: Deze bijzondere natuurverschijnselen zijn het bewijs.