Waarom zijn zo veel grote cosmeticamerken nog altijd niet dierproefvrij? Er zijn genoeg alternatieven
Van Chanel tot Bobbi Brown en Dior tot MAX Factor: de lijst met cosmeticamerken die niet dierproefvrij zijn, is eindeloos. Opvallend is dat veel luxehuizen hun producten nog altijd op dieren testen, terwijl goedkopere merken wel al een diervriendelijke weg weten te vinden. Waar gaat het mis bij die merken?
Cosmeticamerken nog altijd niet dierproefvrij
Een kort lesje geschiedenis leert dat de eerste documentatie van dierproeven uit 1628 stamt. De Dierenbescherming praat dat absoluut niet goed, maar benoemt wel dat er in die tijd nog werd gedacht dat dieren geen gevoel hadden. Anno 2025 weten we echter beter: onderzoek na onderzoek (zoals deze studie gepubliceerd in BioScience) wijst uit dat dieren gevoelens van blijdschap, liefde, verdriet en zelfs rouw kunnen ervaren. En dan gaat het enkel nog over het mentale welzijn van dieren; lichamelijk kunnen zij net zo’n pijn ervaren als de mens.
Zelfs met die kennis vinden veel merken het testen op dieren de normaalste zaak van de wereld. Volgens de Nederlandse overheid is dat in het geval van medicijnen en voeding soms nodig – al worden ook daar beloftes over een dierproefvrije toekomst gedaan – maar over cosmetica wordt door de overheid niet gerept. Dat heeft te maken met het EU-wijde verbod op dierproeven voor cosmetische doeleinden dat sinds 2013 in de wet staat.
Dat verbod (op zowel productie als handel van producten die op dieren getest zijn) zegt echter niet alles, want de grote cosmeticamerken vonden manieren om de wet te omzeilen. Dierproeven worden wel toegestaan als er anders een gevaar voor mensen dreigt, en die uitzondering zorgt ervoor dat wereldwijd, maar dus ook binnen de Europese Unie, nog altijd tienduizenden dieren lijden. Hoewel er heus ook diervriendelijke merken in de schappen liggen, laten lijstjes zoals die van The Green Guide zien hoeveel bekende namen dat níet zijn.
De alternatieven
Goed, voor medisch onderzoek zijn wetenschappers ervan overtuigd dat volledig dierproefvrij op de korte termijn niet mogelijk is. Maar voor cosmetische doeleinden zou dat wel het geval moeten zijn. Er zijn genoeg alternatieven die zelfs door de Nederlandse overheid gesteund worden. Die worden gebundeld onder de Transitie Proefdiervrije Innovatie.
Zowel Nederlandse als buitenlandse wetenschappers zijn er volop mee bezig. Zo ontwikkelt de Universiteit van Antwerpen computermodellen die kunnen voorspellen hoe mensen ergens op reageren en wordt er getest op cellen en weefsel. Dankzij die alternatieven is dierenleed onnodig, maar waarom maken zoveel cosmeticamerken dan nog altijd gebruik van dierproeven? Het lijkt de makkelijkste en goedkoopste weg, maar ook een die wat ons en dierenwelzijnorganisaties betreft compleet onnodig is.
Activisten van onder andere de Dierenbescherming en PETA strijden dan ook nog dagelijks voor strengere handhaving op de wet. Zolang de Nederlandse overheid geen extra stappen onderneemt, kun je als consument een klein maar belangrijk verschil maken door enkel nog producten uit de grote dierproefvrije en vegan cosmeticagids te gebruiken.