Je broers en zussen hebben misschien wel meer invloed op je dan je ouders
Er wordt altijd vanuit gegaan dat je ouders met hun genen en opvoeding grotendeels jouw karakter en eigenschappen bepalen. Zij zijn de schuldige van je verlatingsangst, liefde voor honden en van hoe jij ruzies oplost. Maar de invloed van je broers en zussen is misschien nóg wel groter dan die van je ouders.
Je broers en zussen: we hebben ze niet voor het uitkiezen. En natuurlijk de rest van je familie ook niet, die kreeg je er ook gewoon bij toen je werd geboren. En uiteraard je ouders, maar díe helpen je tenminste nog met het overleven van de eerste paar levensjaren, en met je algehele ontwikkeling, hoe je naar de wereld kijkt, ze helpen je als je in de problemen zit, luisteren naar je en voeden je vooral op.
Je broers en zussen hebben geen functie
Je broers en zussen daarentegen, die hebben geen duidelijke functie in jouw bestaan. Die zíjn er gewoon. Ze hoeven je niet te helpen met je huiswerk, zullen je niet naar voetbaltraining brengen en hoeven vooral niet te doen alsof ze je altijd een leuk iemand vinden. Arme ouders, als je er zo over nadenkt.
Hoewel ze niet per se een functie hebben in je ontwikkeling, hebben ze daar wel degelijk een grote invloed op. Misschien in sommige gevallen wel meer dan je ouders. Hoe zit dat?
De langste relatie van je leven
In totaal hebben 82 procent van de kinderen een broer of zus (dat is meer dan het deel dat met hun vader woont) en ongeveer 75 procent van de 70-jarigen, hebben nog steeds een broer of zus. Dus voor de meesten met een broer of zus (of meerdere) is het één van de langste relaties die je ooit met iemand zal hebben. Dus misschien heeft je irritante broertje toch iets meer invloed op je dan je misschien dacht. Of dat iets positiefs of iets negatiefs is, is natuurlijk nog een tweede.
https://www.bedrock.nl/waarom-je-oudste-zus-is-zoals-ze-is/
Voor sommigen zijn hun broer of zus als een beste vriend(in) en zijn hun levens met elkaar vervlochten. Voor anderen betekenen het broer- of zus zijn niet meer dan dat. Niets slechts, niet bijzonders. En dan zijn er ook broers- of zussen met een ronduit slechte relatie, zo erg zelfs dat het een negatieve invloed heeft op je leven (denk even aan een extreem voorbeeld: Astrid en Willem Holleeder). Voor de duidelijkheid: dat is dus iets anders dan een irritant zusje *ahum*.
Fijne band met je broertje of zusje
Wanneer je een fijne band hebt met je broer of zus, kan dat later voor meer empathie, goede social skills en zelfs betere prestaties zorgen, schrijft The Atlantic. Maar met veel broertjes en zusjes opgroeien in één huis zou juist weer averechts kunnen werken en kunnen zorgen voor lage cijfers op school.
Minder goede band met je broertje of zusje
Wanneer je een minder goede band hebt met je broertje of zusje, kan dat evengoed een grote invloed hebben op jouw leven. Denk nu niet meteen aan een broer die je met de dood bedreigt (waar Willem een handje van heeft), maar een jaloerse relatie bijvoorbeeld. Die zijn er helaas ook.
Ben je de oudste dochter thuis? Dit zijn jouw typische eigenschappen (én irritante trekjes)
Uit onderzoek blijkt dat je dan een grote kans hebt om ‘middelen’ te gebruiken en wanneer je ouder wordt te kampen met depressies en angsten. Als je als tiener gepest wordt door je broer of zus, blijk je eerder geneigd te zijn jezelf iets aan te doen en in een psychose te belanden wanneer je 18 bent. Dit zijn extreme gevallen, maar die linken zijn in onderzoeken dus wel gelegd.
Je broer of zus als voorbeeld
Je kent het wel: je zus ging naar een bepaalde school, dus ging jij daar ook heen. Je broer droeg bepaalde kleding, dus kopieerde jij dat (al dan niet stiekem). Uit een ander onderzoek blijkt dat in déze gevallen, de kans groot is dat de broers en zussen dezelfde soort diploma’s zullen halen. Je zus spijbelt veel? Dan doe jij dat ook eerder en dat geldt andersom ook: je zus gaat studeren, dus is de stap dat jij dat ook doet makkelijker gemaakt.
Natuurlijk verandert die relatie over de jaren omdat jij zelf (hopelijk) ook verandert na je tienerjaren. Waar de band met je ouders over de jaren verandert en andere kanten op kan groeien, wordt de band met je broer of zus over het algemeen warmer. Je herkent het wel: waar je broertje of zusje binnen in je tiener- en twintiger jaren een mum van tijd het bloed onder je nagels vandaan kan halen (en dat vast met plezier meer dan eens deed), zal dat na je 30e (hopelijk) vanzelf minder worden. Iets met volwassen worden geloof ik.
Hoe dan ook, of je het nu wilt of niet, met je broers of zussen zit je waarschijnlijk van het grootste deel van je leven opgescheept en hebben ze, lief of niet, een grote invloed op jou. En andersom dus ook. We zouden allemaal andere mensen zijn als onze broers of zussen nooit waren geboren. Dus een liefkozende aai over de bol af en toe kan heus geen kwaad.
Benieuwd naar andere familiebanden?
- Iedereen heeft wel een moeilijk familielid: zo ga je daarmee om
- Zo krijg jij een gezonde moeder-dochterrelatie
- Waarom ik niet de beste vriendin van mijn kinderen wil zijn