Zo neemt jouw brein jou in de maling (omdat ‘ie veel slimmer is dan jij bent)
In de huidige tijd zijn we zelfstandig, doen we wat we zelf willen en zijn we kritisch. Toch? Daar kun je je nog wel eens in vergissen. Ons brein is namelijk veel slimmer dan wij, waardoor we van alles doen waar we zelf helemaal geen controle over hebben. Au! Of is dat helemaal niet zo erg? Heb jij wel eens dat je schrikt van je eigen gedachte? Ik wel, laatst nog. Ik liep over een brug en terwijl ik naar beneden keek, dacht ik: ‘zal ik springen?’ Alle alarmbellen gingen rinkelen, hoezo springen?
Natuurlijk ga ik niet springen, dat wil ik helemaal niet. Eenzelfde soort gedachte heb ik wel eens gehad toen ik op een trein stond te wachten (zal ik ervoor springen?) of toen ik in de auto zat (zal ik de deur opendoen en eruit rollen?).
Ben je intelligent? Grote kans dat je dat van je moeder hebt geërfd
Moet ik me nu zorgen gaan maken over mijn gemoedstoestand? Nee. Sterker nog, het heeft een functie. Zo’n plotseling opkomende dwanggedachte heet een intrusie. Vaak gaat het over iets wat je nooit écht zou doen en ongeveer 90 procent van de mensen heeft af en toe zo’n gedachte.
Intrusies zijn mogelijk bedoeld om ons te waarschuwen en beschermen tegen stommiteiten. Een dwanggedachte maakt je bewust van de gevolgen als je het daadwerkelijk zou uitvoeren. En dat slaat je brein op.
Onafhankelijk? Echt niet!
Het idee dat ik iets denk, zonder dat daadwerkelijk te willen (volg je me nog?), vind ik een tikkeltje beangstigend. Hoe zit het met de rest van mijn gedachtes en keuzes? Neem de inhoud van mijn boodschappenwagen. In de supermarkt scan ik voedselverpakkingen kritisch (ja, ik ben er zo eentje) en leg ik na lang wikken en wegen een product in mijn wagen (nee, dat duurt geen uren).
Ik was er dan ook van overtuigd dat ik zelf bepaal waar ik mee thuis kom. Inmiddels heb ik me meerdere keren ondergedompeld in de wondere wereld van het brein, diverse (neuro)psychologen gesproken en heb ik mijn woorden moeten terugnemen: ik bepaal niet zelf wat ik koop, hoe ik over iemand denk of wat ik vandaag ga eten. Dat doen die gekke kronkeltjes daarboven in mijn hoofd. Daar heb je toch invloed op, denk je misschien. Ja. Maar vooral: nee.
24/7 bezig
Ons brein is 24/7 bezig – word je ook al moe bij de gedachte? – en bijna alle activiteit bestaat uit onbewuste processen. Dat zijn processen die achter slot en grendel gebeuren, ergens in ons brein, zonder dat wij er weet van hebben. Maar, ze bepalen wel voor een groot deel onze gedachten en gedrag. Hoewel het bewustzijn en de onbewuste processen vaak samenwerken, neemt het onbewuste soms het heft in eigen handen.
Het bewustzijn is dan een toeschouwer die achteraf op de hoogte wordt gesteld van iets wat het onbewuste al lang heeft geregeld. Bizar: we kunnen onbewust ongeveer 200.000 keer meer informatie verwerken dan ons bewustzijn! Dat is het grote verschil tussen de twee: ons bewustzijn kan maar één ding tegelijk, terwijl ons onbewuste een echte multitasker is.
Hoe werkt het?
Je hebt dus niet voor de volle 100 procent de controle over de keuzes die je maakt en de meningen die je vormt, maar waarom voelt het dan wel zo? Ons onbewuste brein neemt ons in de maling.
Het zendt na het nemen van een besluit een signaal naar ons bewuste brein, waarna we daar hard aan de slag gaan om argumenten te bedenken om iets te rechtvaardigen (ik mag die schoenen kopen, want ik heb nog geen rode). Hier zijn we ons wel bewust van, waardoor het lijkt alsof we op een rationele manier het besluit hebben genomen.
Veel taken moeten we overigens eerst bewust doen, voordat we het kunnen overlaten aan ons onbewuste. Denk aan leren lezen, leren lopen, maar ook ons leren concentreren. Misschien geeft het een lichte kras op je ego, maar uiteindelijk zijn we er alleen maar bij gebaat. Zo hoeven we namelijk niet elke keer opnieuw te leren lezen of lopen.
Blind voor de omgeving
Onbewuste processen zijn er in allerlei soorten en maten. De dwanggedachte om van de brug af te springen, is er daar één van. Maar misschien herken je het volgende: je loopt naar de slaapkamer om iets te pakken, maar eenmaal daar heb je geen idee meer waarom je daar staat.
De deur waar je doorheen bent gelopen zou weleens de boosdoener kunnen zijn! Onderzoeker Gabriel Radvansky kwam erachter dat de deur een soort grens is die in het brein verschillende activiteiten scheidt en wegstopt. Het wordt dan moeilijker om de gedachte terug te halen. En dat vergroot je door terug te gaan naar de andere ruimte. Gek hè?
Je brein in topconditie houden: dit voedsel helpt je daarbij
Het kan nog gekker. Ik heb weleens in de rij gestaan bij de supermarkt, wat op zich niet schokkend is natuurlijk. Iets schokkender: ik merkte een vriendin iets voor mij in de rij niet op. Nog schokkender: na een paar minuten nog steeds niet (en nee, dat was geen opzet). Gelukkig hoef ik nog steeds niet aan te kloppen bij een psycholoog.
Je kunt namelijk blind zijn voor wat er in de omgeving gebeurt, inattentional of change blindness heet dat. Dat betekent dat je hersenen onbelangrijke dingen filteren, zodat de taak die je uitvoert gemakkelijker wordt. Zo zijn er talloze experimenten gedaan, bijvoorbeeld bij proefpersonen die een formulier kregen aangereikt van een baliemedewerker.
Stof tot denken
Tijdens het invullen, wisselde de baliemedewerker met iemand die verstopt zat achter de balie. Een vrouw werd een man, een blank iemand werd een getint iemand. De meeste mensen hadden niet door dat er iemand anders achter de balie stond! En misschien ken je ook wel deze video van de selective attention test?
Tot slot, wist je dat je mogelijk beter scoort op een intelligentietest als je eerst aan professoren denkt dan wanneer je een groep voetbalsupporters in gedachten neemt?
Ja, denk daar maar eens over na. Of juist niet, want dat heeft je onbewuste waarschijnlijk al lang gedaan.
Deze wetenschapper legt uit hoe je brein en darmen communiceren