Huh: autisme heeft misschien iets met reukvermogen te maken
Hoewel er tienduizenden mensen in Nederland zijn met autisme (waarschijnlijk zo’n 1 op de 100), is er nog veel wat we niet weten. We weten bijvoorbeeld wel wat de symptomen zijn, maar niet waardoor het precies veroorzaakt wordt. En dat terwijl dat nou juist onmisbaar is voor het ontwikkelen van een genezing of behandeling. Gelukkig wordt er wel heel veel onderzoek naar gedaan en komen we steeds een stapje dichterbij. Zo kwam er eind vorig jaar bijvoorbeeld een nieuwe ontdekking: er is een verband tussen autisme en de herkenning van geuren, zeggen onderzoekers.
Voor het de studie werd gevraagd naar mannelijke respondenten met en zonder het Aspergersyndroom. Om te beginnen kregen zij twee geuren te ruiken: de geur van angstzweet (van een skydiver) en die van zweet van iemand die aan het sporten was. De verwachting was natuurlijk dat de participanten zelf ook banger zouden worden als ze het angstzweet roken, en dat effect werd ook gevonden bij de deelnemers zonder autisme.
Door elkaar gehaald
Maar bij de mensen met Asperger zat het anders: zij vertoonden juist minder fysieke angstreacties bij de geur van angstzweet, en werden angstiger van het zweet waarbij dat eigenlijk niet werd verwacht. In feite haalden ze die twee geuren dus door elkaar.
Om deze bevindingen te testen, werd er nog een experiment uitgevoerd, waarbij mannequins de deelnemers taken gaven die het vertrouwensniveau zouden moeten verhogen. Bij de controlegroep daalde het vertrouwen wanneer de mannequin naar angst rook, bij mensen met autisme groeide het vertrouwen juist. Het effect werd ten slotte ook gevonden bij een geur die juist kalmerend zou moeten werken: daar werden de deelnemers met Asperger alleen maar onrustig van.
Dit vind je vast ook interessant: Een andere kijk op autisme en ADHD (volgens nieuw onderzoek).
Sociale geuren
Eerder werd gedacht dat autisme vooral werd veroorzaakt door het niet kunnen herkennen van lichaamstaal van andere mensen, maar nu blijkt dus dat verkeerde geïnterpreteerde ‘sociale geuren’ ook een grote rol kunnen spelen, ook al nemen we ze niet eens bewust waar. Ook bij geluk en agressie horen namelijk geuren van het menselijk lichaam, en verwacht wordt dat daar hetzelfde effect wordt gemerkt.
Hoe het kan dat mensen met deze diagnose compleet tegenovergesteld op zulke geuren reageren, is niet bekend, maar de wetenschappers willen er wel verder onderzoek naar doen. Ze zien het als bewijs voor de hypothese dat geurontvangers misschien niet alleen in onze neus zitten, maar in ons hele lichaam (en verwarrende signalen uit die cellen autisme kunnen veroorzaken). Daarnaast is het wellicht een nieuwe manier om de diagnose autisme te kunnen stellen.